Goed verhaal. Lekker kort...? Nou nee. Het was weer een lange
vakantie, dus het is ook een lang verhaal. Zoals je van me gewend
bent, schrijf ik op waar we geweest zijn, wat we deden en wat ik ervan vond. De onderstreepte woorden geven een link
naar een pagina met meer informatie, zoals een vorig reisverhaal,
een Wikipediapagina of Youtube. Redenen voor deze vakantie Toen we New York in 2015 hadden gezien en meegemaakt (gele markering), wisten we dat we de Verenigde Staten van Amerika heel gaaf vonden. We zijn in 2017 teruggegaan voor een lange reis naar het zuidwesten (blauwe markering), maar het land is groot en prachtig, dus we waren er nog niet klaar mee. We kijken graag naar series en we hebben Chicago Fire, Chicago PD en Chicago Med bijna 'uit'. Ook de legendarische ziekenhuisserie ER is deels opgenomen in Chicago en Timo vindt de stad er prachtig uitzien op tv. Ik wilde wel graag weer eens naar een groots Nationaal Park en Yellowstone heeft bisons en geisers! Daarom kochten we in december 2023 twee multicityvliegtickets van Amsterdam naar Chicago, naar Salt Lake City en vanaf daar weer rechtstreeks terug naar Amsterdam (rode markering hoort bij 2024). Ik had op de website forum.allesamerika.com gelezen dat het handig is om een debetkaard te gebruiken, in plaats van een creditcard. Je hoeft dan veel minder omrekenkosten te betalen en als een debetkaart gestolen wordt, ben je alleen het bedrag kwijt dat erop staat, terwijl je met een creditcard verder van huis kunt zijn. De bedragen zijn vaak wel verzekerd, maar je wilt gewoon geen gezeur op vakantie. Timo regelde een Wise-kaart van Visa en we hebben hier veel plezier van gehad! Het werkt hetzelfde als pinnen in Nederland, hij moest alleen steeds de balans ophogen met de app. Ik ben een georganiseerd type, dus ik had een map gemaakt met daarin de geprinte planning uit Excel (die ook aan te passen was via de iPad) en de vliegtickets, onze Esta-formulieren, de auto, de printjes van Booking.com voor de eerste nachten, de reservering voor een avondje stand-up-comedy in Chicago, een rodeoavond in Jackson Wyoming en een dag-tot-dag-basisplan voor de eerste twee weken.
Maandag
22 juli
We wilden
uitstappen bij de halte Clark/Lake, maar waar we naar boven gingen
waren heel smalle poortjes, waar je met je koffer niet uit kon, dus
we moesten naar een andere uitgang. Daarna liepen naar het Kinzie
Hotel. Alleen het lopen door de stad was al een geweldige ervaring!
Wat was het hier schitterend! De wolkenkrabbers, de rivier! Er waren wat negatieve reviews over de lobby
van ons hotel, maar wij hadden
een prima incheck. De kamer was koud! Iedereen was dol op airco in
deze stad. Zelfs als het helemaal niet zo warm was, stond de airco
in winkels en restaurants op standje diepvries. Dat maakte de
kledingkeuze heel lastig, want tijdens het wandelen of fietsen wilde
je gewoon iets luchtigs aan, maar tijdens het eten wilde je
eigenlijk een lange broek en lange mouwen aan.
Er kwam nog
meer simkaartgedoe: Timo had alles van tevoren echt goed geregeld,
maar nu werkte de mijne ook niet meer. Gelukkig was er wifi in het hotel.
Inmiddels waren we al lang wakker, dus ik was moe en ik had honger.
We aten samen een pizza bij de buren (Parlor Pizzabar). Als je als
serveerster/serveerder hier werkt in de horeca, krijg je niet genoeg loon om van
rond te komen. Er wordt gerekend op fooien van zo’n 15 tot 20%, dus
we hebben afgesproken om dat ook te doen.
Na de pizza was ik weer iets opgeknapt, dus we
hebben nog een tijdje gewandeld en foto’s gemaakt. Mooi hier!
Dinsdag
23 juli
Na een ‘gewone’
nacht van 8 uur slaap, waren we allebei (!) om iets na 6 uur wakker.
Ik had een yogamatje meegenomen in de koffer, zodat ik af en toe met
mijn abonnement op
Les Mills
nog wat kon rekken en strekken in deze drie weken. De simkaarten
deden het nog niet en via de wifi kreeg ik geen Les Mills op mijn
telefoon, daarom deed ik gewoon een paar oefeningen die ik slim vond
voor mijn rug. Hotelbedden slapen altijd anders dan je eigen bed,
waardoor ik soms als buikslaper wat rugpijn krijg. Om half acht
zaten we aan de ontbijttafel. Prima assortiment, maar ik miste
alleen hartig broodbeleg. Timo regelde een andere e-simkaart, maar
die werkte alleen even op zijn op de iPhone, niet op mijn Samsung.
We zijn zo gewend geraakt aan altijd alles kunnen opzoeken en
versturen, dat ik ook een simkaart wilde. De winkels gingen om 10:00
uur pas open, dus dat zouden we later regelen. Ik heb nog even
buiten gevoeld hoe warm het was (het was heel raar om in hotels met
airconditioning met afgesloten ramen te bedenken wat je gaat
aantrekken), en het was warm genoeg voor een rokje. Ik had van
tevoren
goede wandelschoenen gekocht en daar gingen we! Op naar het
eerste toeristische punt dat ik had genoteerd, het
John Hancock
Center. Ik wilde eerst gewoon kaartjes kopen voor vanavond, maar
het was helder, zonnig en we zijn maar gewoon direct naar boven
gegaan om 9:21 uur. Met de lift zoefden we in 40 seconden naar een
van de bovenste verdiepingen. Prachtige uitzichten. Wat een stad.
Wat een méér! Lijkt wel de zee! Heel mooi. Timo deed nog de
Tilt-experience, waarbij hij voorover gekanteld werd in een glazen
bakje, maar ik durfde het niet en zei dat ik het niet nodig vond. Om
10:20 uur zoefden we weer naar beneden, maar Timo vergat zijn pet
bij de Tilt en ging nog even terug. Ik kocht in de souvenirshop
beneden een ansichtkaart voor mama. Meteen geschreven want er zat
een postkantoor direct na de uitgang en daar kon ik de kaart meteen
versturen. Binnen was het koud, maar buiten merkten we weer hoe lekker het weer was en we startten een wandeling. Eerst naar binnen bij de Presbeteryan Kerk recht tegenover het John Hancock Center. Er werd ons gevraagd om het gastenboek te tekenen en daarna konden we even lusiteren naar het oefenen van de organist. Deed ie mooi! De kerk was leuk, want oud. Er is niet zoveel ouds hier in Chicago, vanwege de Grote Brand van Chicago in 1871.
We hadden nóg
een kerkje of ander oud gebouwtje gezien vanaf boven, maar dat
konden we beneden niet vinden tussen alle wolkenkrabbers. Daarom
liepen we naar een oude brandweerkazerne die nog in de buurt moest
zijn. De wagen kreeg tijdens ons bezoekje een oproep en vertrok.
LUID. Wij liepen richting een parkeergarage die mooie uitzichten
moest hebben, maar dat viel tegen, of we hadden niet de goede
parkeergarage. Daarna ging onze voettocht richting het oosten: naar
het grote meer Lake Michigan, dat voelt echt als de zee, want
het is zo groot.
Om half één
vertrokken we weer en toen wilde ik graag de volgende volgorde
aanhouden: eerst naar T-mobile voor een simkaart, dan naar het hotel
om af te koelen en te rusten en daarna weer verder. We moesten een
halfuurtje lopen naar die winkel en de verkoper regelde alles snel,
vakkundig en vriendelijk. Ik vind Amerikanen trouwens sowieso heel
vriendelijk: bij het postkantoor complimenteerde iedereen de dame
met haar nieuwe haar, op straat gingen verschillende mensen ons
helpen met het vinden van de tunnel naar de overkant van de weg, en
toen ik zag dat vlákbij de T-mobilewinkel een beeld stond van Jean
Miró, de Spaanse kunstenaar, werden we meteen door een mevrouw
aangesproken die ons de goede richting uitwees. Heel vriendelijk.
Dus we keken naar Miró en naar de Picasso ertegenover en daarna
liepen we langs het
James M. Nederlander Theater naar ons hotel. Onderweg was er nog een grote opstopping,
omdat er veel brandweerwagens bij een brug stonden: er was iemand
uit het water gehaald en die werd gereanimeerd. Wij zijn doorgelopen
en hoopten dat die persoon het redt. Eenmaal terug op de kamer was
het heerlijk koel en ik startte met dit verslag. Timo zat ook lekker
op zijn telefoon. Banaantje, glas water, schone handdoeken en een
opgemaakt bed. Later zou het regenen, dus om vijf uur namen we eerst
de lift naar de zesde verdieping. In dezelfde ruimte als het ontbijt
werd nu een happy hour geserveerd: per persoon twee glazen licht
alcoholische drank: wijn en bier. Timo nam een lokaal biertje en ik
wilde graag een cola en die moest uit zo’n spuitmondje komen, maar
dat was helaas stuk. Een glas water dan maar. Er waren allemaal
zakenluitjes die elkaar niet kenden of elkaar lang niet gezien
hadden en het ging er gezellig aan toe.
Timo’s online simkaart werkte wéér niet en we gingen vlak voor sluitingstijd om half zeven terug naar T-mobile, waar we voor hem ook een kaart kochten. Nu moest het helemaal goed zijn. We kwamen langs een restaruant met de naam Sweetwater Tavern and Grille en we streken neer op het terras (buiten lekker warm, binnen veel te koude airco) en precies toen we onze soep, salade en broodje biefstuk kregen, startte er een onweersbui die zijn weerga niet kende. In de bergen kan het losgaan, maar tussen de wolkenkrabbers ook! We kregen eventjes wat spetters op ons tafeltje, maar bleven dapper zitten en eigenlijk ging het prima. Timo kwam erachter dat het betalen van de simkaart toch nog misgegaan was: de kaart is 3x betaald… Morgen maar even weer teruggaan. Een vlieg beet me hard in mijn kuit, een vuurvliegje kwam even gedag zeggen en ergens zat een mus heel enthousiast te tjilpen, maar die zagen we niet. Het eten was geweldig, maar het is toch altijd jammer als serveerders al halverwege de maaltijd vragen of je wilt betalen. Eh, nee. Ik ga dit eerst nog verder opeten. Lopend naar huis in het schemerduister en met overal natte straten maakten we (weer) schitterende foto’s. Wat is dit toch een fotogenieke stad! Na een douche kroop ik onder het dekbed (koud hier) om dit stuk te schrijven. Timo heeft een horloge met stappenteller en om half negen hadden we vandaag 10 km gelopen.
Woensdag 24 juli
We liepen nog door naar een plekje dat ik had aangemerkt op de kaart, maar waarvan ik niet meer wist wat het was. Kon een muurschildering zijn. Was het ook. Om half twee nog lekker een wrapje met kipsalade gegeten bij de Subway. We namen wat foto’s van de plantjes bij een soort Gamma, namen weer de metro terug vanaf Division en stapten bij Clark en Lake uit. De Greetingstour had in juni nog een nieuwe muurschildering gemaakt in Chicago en daar moesten we vlakbij zijn, dus we zochten het Hyatt Regency hotel. Er ging iets mis, we liepen heel ver en dat was verkeerd (naar Hyatt Place, waar je ook kunt slapen, maar wat helemaal aan de andere kant van the Loop is), we waren gefrustreerd, we namen de metro, we zochten alsnog de goede Hyatt. Tijdens die wandeling kwamen we nog langs de London Tower en die stond op mijn lijstje! Het is een wolkenkrabber aan het water die bij een bocht staat, zodat je over de bruggen kunt kijken. Goed uitzicht, maar je moest gereserveerd hebben voor een tafeltje met stoeltjes en het was wel wat warm met die lange broek aan, dus we deden geen drankje staand in de zon, maar maakten een gewoon paar foto’s en gingen terug naar beneden. Uiteindelijk vonden we dan de bedoelde Haytt Regency en maakten foto’s van de nieuwste muurschildering. Deze was wel minder leuk dan de eerste Greetings, dus al met al eigenlijk een beetje een domper. Toch maar een vrolijke foto gemaakt.
Verder moest er
onder de grond nog een pedestrian walkway zijn:
een ondergronds gangenstelsel waardoor je van blok naar blok
kunt lopen zonder door de winterse omstandigheden van Chicago te
worden geveld. Je zal maar
zoveel regen, sneeuw en ijs hebben. Onder het Hyatt begint zo’n
gang, dus we vroegen aan een medewerker die daar rondliep hoe we bij
het ‘mooie’ gedeelte kwamen. Helaas: dat wist hij niet, maar hij
wist wel dat je hier ’s avonds nooit moest rondlopen (zwervers en
gespuis). Dan maar geen wandeling door ondergrondse gangen. We kochten om kwart voor vier bij een 7/11 wat snacks en gingen in onze hotelkamer lekker even op bed liggen. Om 17 uur is het happy hour: Timo nam een wijntje en nu was er wel cola, dus we babbelden wat en zochten dingetjes uit op de telefoon. Om zes uur waren we voor de derde en laatste keer bij T-mobile. De manager was er en die heeft van alles voor ons uitgezocht. Blijkbaar hadden we een verkeerde bon meegekregen (van een andere klant) waardoor de verwarring over de gegeven korting van de tweede kaart extra groot was. Ook deze meneer kon ons niet helpen, want hij zag alleen de binnengekomen transactie van de creditcard en niet de twee later goedgekeurde en alsnog overgeboekte transacties van de debetkaart. Weet je wat?! LAAT MAAR! Nu waren we klaar met dit verhaal en we namen ons verlies. Geleerd voor de volgende keer.
We namen weer
de benenwagen naar de pier, want daar is elke woensdag tussen mei en
september (Memorial
weekend en
Laborday weekend) om 21:00 uur vuurwerk en we wilden eerst nog
even iets eten. Bij Casa Margarita was een vriendelijke serveerder
die niet helemaal had begrepen dat we allebei een burrito besteld
hadden. Hij kwam er eentje brengen en toen we zagen hoe groot dat
ding was, waren we blij dat hij meteen al een extra bordje erbij had
gezet: we gingen niet alleen de lunch delen, maar ook het diner!
Donderdag 25 juli
Op het
programma stond
het Milleniumpark. Dat is een heel groot park met allemaal
verschillende delen, maar omdat er werkzaamheden waren in het park,
stonden er regelmatig hekken bij plekken waar je niet mocht komen.
Om kwart voor elf zagen we het openluchttheater Jay Pritzker
Pavilion en daar was een koor en een orkest aan het oefenen voor
morgenavond. Prachtig om steeds muziek te horen bij het wandelen
door zo’n park. Het paviljoen was zelf ook schitterend om te zien.
We deden lekker rustig aan en om elf uur waren we bij
Cloudgate, dat is de officiele naam van een kunstwerk dat ook
wel the Bean (de boon) genoemd wordt. Je kunt je niet voorstellen
hoe het werkt, als je daar omheen loopt en eronderdoor, dat je dan
steeds moet glimlachen. Alle mensen waren vrolijk, iedereen maakte
foto’s en wees zichzelf aan in de reflectie, er werd spontaan
aangeboden om foto’s te maken van gezinnen of stelletjes; het was
echt een heel leuk stukje park.
Er was ook een
bloementuin (die al een beetje aan het uitbloeien was) genaamd Lurie
Garden en daarna gingen we over de de wandelbrug naar het Maggie
Daley Park waar vooral veel speelgelegenheid was voor kinderen, met
een skatebaan, midgetgolf en een speeltuin. Zuidelijk van het
Milenniumpark was nog het Butler Field en daar werd de boel opgezet
voor een muziekfestival. Honderd dixi’s die klaarstonden en zo. Wij
wilden daar ook niet naar toe, maar naar nog één blok verder: daar
staat de Buckingham Memorial Fountain en dat is
de fontein uit
Married... with children! ’s Avonds geeft die echt een showtje,
met licht en geluid, etc. Maar om kwart voor twaalf ‘s ochtends was
hij gewoon een prachtige fontein op een warme ochtend. Na een rondje
eromheen zochten we net als dinsdag nog even naar het bordje ‘van
Buren’ dat we kennen uit de ziekenhuisserie ER. Het was nogal een
vervallen station en het zag er anders uit dan we dachten, maar we
hebben toch maar vrolijk een paar foto’s gemaakt van de bordjes.
Het Chicago Art Institute heeft prachtige schilderijen en beelden vanuit de hele wereld. Ik wilde graag een keer de slaapkamer van Van Gogh zien (die hangt in drie verschillende versies in Amsterdam, Chicago en Parijs) en American Gothic, omdat dit tijdens de verschillende studies die ik ooit deed (schilderen en reclametekenen op het Mozaïekcollege in Arnhem in 1996-1997, CIBAP 1997-2001, Restauratietechnieken 2001-2002 en ook nog tijdens een jaartje Docent Beeldende Kunst en vormgeving in 2005-2006) steeds voorkomen als belangrijke kunstwerken in de geschiedenis. Om kwart over 12 stapten we er binnen en er waren zoveel meer bekende kunstwerken dat het overweldigend was.
We hadden om
twee uur wel trek en je raakt op andere manieren juist wat verzadigd
in zo’n groot museum, dus we zochten naar het museumrestaurant. Er stond
een RIJ voor de deur! Laat dan maar. We gingen nog naar één hal waar
meer Miró's hangen en toen we om 14:30 uur weer naar buiten liepen,
gingen we naar een keten genaamd
Naf Naf Grill
die op internet was aangeprezen door een Nederlander in Chicago. Het
was al ver na lunchtijd en we wisten dat we vóór de stand-up comedy
weer zouden dineren, dus we namen beiden een kindermenu. We namen
het mee in een grote papieren zak en aten het op in het park. Wel
even langs de hekken geslopen, want daar was het lekker rustig, en
we werden dan ook aangesproken door boa’s die ons eruit wilden
hebben. Mogen we even onze lunch afmaken? Gaan we daarna weg. Oké.
De
fonteinen met de gezichten waren ook dicht: de beeldschermen
deden het wel, maar er was geen water en er zaten hekken voor. Ons
metrokaartje deed het drie dagen, dus 72 uur, dus nog tot ongeveer 17:00 uur. Tip: schrijf met een
pen meteen de datum en tijd erop, want dan weet je precies tot
wanneer je mag. Wij hadden hem betaald met contant geld en we konden
het bonnetje niet meer vinden, dus we wisten het niet precies. Maar
we gingen met de metro naar de
Holy Trinity kerk die ook aangeschreven stond als erg mooi. Het
was wel een lange route, maar bij halte 'Chicago' was er meteen de
mooie kerk! Hier was ook een organist bezig, wat een toeval. We
wilden terug naar ‘huis’, maar iets was raar. Iets klopte niet. Wat
bleek? We hadden de verkeerde
metro gepakt, waren bij de verkeerde halte Chicago uitgestapt
en hadden de
verkeerde kerk gezien, een vergiskerk, hahahaha!! We namen de
metro terug en liepen nog even door naar Kinzie Street Bridge. Daar
was uitzicht op een brug die permanent open staat. Vervolgens gingen
we een uurtje ontspannen: Timo ging in bad en ik tikte een stukje
van dit verhaal. Om 18:00 uur namen we de iPad mee, want ik was nog
niet klaar met typen, en aten we weer bij de buren van de Parlor
Pizza Bar. Weer samen één pizza margharita, zelfde serveerster, weer
een biertje en een limonade (de limonades hier zijn heel lekker!) nu
met een lekker toetje van aardbeienijs erna. In de hotelkamer legden
we de iPad weer terug, namen lange mouwen en de entreekaartjes van
mee en liepen naar
House of Blues voor een avondje stand-up comedy. Het was een
leuke avond met grappige comedianten en minder grappige.
Vrijdag
26 juli
We deden eens
lekker kalm aan. Uitgeslapen tot 8 uur, rustig ontbeten. Geen yoga,
maar verhaaltje tikken. Om 11 uur liepen we het hotel uit en om
11:10 zaten we op de fiets! Jawel: ook in deze stad zijn er
deelfietsen. Het was eerst best spannend, vond ik. Er zijn niet
overal fietspaden en als er aan de weg gewerkt wordt, moet je ook
maar afwachten of auto’s doen wat ze moeten doen. We fietsten in 37
minuten naar de filmlocatie van Chicago Fire. Helaas was de kazerne
niet open. We vonden het wel gaaf om er via de ramen naar binnen te
kijken en de filmrichting te zien. Een andere toerist die er foto's maakte (Duitse, getrouwd met Amerikaan) zei
dat ze al had gehoord dat je niet rond lunchtijd moest gaan, maar
dat wisten wij niet. We liepen rustig een rondje in de wijk, gingen
zelf ook
lunchen en toen we om één uur weer terugliepen, waren ze nog
steeds dicht. Jammer. We namen weer de fiets en gingen nu richting
Lake Michagan: als we helemaal naar het oosten fietsten over
Roosevelt Road zouden we in principe moeten uitkomen bij de fontein
van gisteren. Er waren echter wat wegen afgesloten en het park werd
omgebouwd voor een festival, dus je mocht eigenlijk niet overal
doorheen. Deden we wel en we kwamen uit bij
Queens Landing, vanaf waar we uitkwamen bij het Lakefront bike
trail en we fietsten helemaal tot het uiterste puntje van de de North Avenue Beach Pier. Weer
een paar mooie foto’s gemaakt en toen vond Timo een loopbruggetje
over de snelweg, waardoor we in het onderste puntje van Lincoln Park
terechtkwamen. Vanaf daar via de Gold Coast (mooie oude huizen!)
terug naar onze fietsenstalling en daar eindigde dit fietsavontuur
om 14:48 uur. Bij elkaar hebben we zo’n 20 km gefietst.
We gingen
weer even terug naar het hotel. Het was fijn om na zo’n actieve en
warme middag even te douchen, naar het happy hour te gaan en daarna
weer met frisse moed de stad in te gaan. We hadden nog één avond en
die besteedden we aan
de Riverwalk. Dat is een wandelroute langs de Chicago River,
waarbij je als een soort stoep naast de rivier onder de bruggen door
loopt. We hadden ergens deze week besloten dat we niet op
de rivercruise (boot) zouden nemen, al adviseert iedereen om dat wel te doen: ik was toch
een beetje bang voor reisziekte en de dingen die je hoort op zo’n
rondvaart ben je toch snel daarna alweer vergeten. We pakten dus om half
zes voor de laatste keer een deelfiets, fietsten door de drukke
vrijdagmiddagspits richting het water en we kwamen er uiteindelijk
via een voetgangersgebied, waar we met haarspeldbochtjes aan de
start van de riverwalk kwamen. Overal zijn deelfietsenstallingen,
dus ook hier.
Aan het
eind van de riverwalk liepen we door het centrum terug naar ons
hotel en we aten bij Harry Caray’s, een Italiaans Steakhouse
tegenover ons hotel. De serveerster was hartstikke grappig met haar
waterglazen en complimenten en mascara. Die Harry Caray was een
beroemde sportverslaggever en hij stond met allemaal Amerikaanse
beroemdheden op de foto. Wij natuurlijk ook. Na het eten konden we
oversteken naar ons hotel, we propten alvast wat spullen in de
koffers en gingen vroeg slapen. De wekker stond op half acht. We
hadden nog geen souvenirs gekocht, maar dat kon vast op het
vliegveld ook wel.
Zaterdag 27 juli
Wakker van de
wekker om half acht.
Om 9:10 uur waren we al bij de receptie om uit te checken en om
9:22 uur kochten we twee metrokaartjes naar O’ Hare voor maar $3pp. Dat
is echt slim: dat je kaartjes die naar het vliegveld gaan, gewoon
heel goedkoop maakt. Zou de NS ook moeten doen. Dan heb je die snelwegen misschien ook minder
vol auto’s en Ubers. De terugrit gaf me een melancholisch gevoel: we
gingen deze prachtige stad verlaten! Het volgende avontuur stond ons
te wachten, maar dit was in ieder geval fantastisch.
De vlucht was
de afgelopen week een halfuur naar voren gehaald, maar tijdens het
klaarmaken voor de vlucht (inchecken, kerosine, testen, etc) kwam dat
halfuur er weer bij. Verder startten we met inflight entertainment:
er waren films en series te zien op de schermpjes in de stoel voor
je, maar helaas ging die service stuk tijdens het klaarmaken en het
kwam ook niet meer goed. Ik heb daarom een ‘Vriendin’ uitgelezen die
ik in Nederland gekocht had en een derde van het boek ‘Wat de hulp
weet’. Onderweg was het nogal hobbelig met turbulentie, maar ik werd
er niet supermisselijk van en ik hoefde niet te spugen. De laatste
keer spugen was trouwens
in 2019 toen we naar Zuid-Frankrijk gingen, dus
dat ging de laatste jaren best goed.
Hier in SLC
zijn in 2002 de Olympische Winterspelen gehouden en in 2034 mogen ze
weer het gastland zijn. Ik heb het idee dat ze daarvoor een
prachtige nieuwe ontvangsthal hebben gebouwd op deze luchthaven. Het
zag er echt modern, fris en mooi uit. De bagage kwam vlot, we
belden het hotel om de shuttlebus te regelen en die was er in een
kwartiertje. Weer tien minuten later checkten we in bij ons hotel
Comfort Inn & Suites en we kregen weer een fijne kamer met twee
grote queensize bedden.
Afgelopen
herfstvakantie was er een koffer achtergebleven in Barcelona (lees
hier dat verslag) en we waren wel behoorlijk geschrokken. Daarom
hebben we voor de heenweg van deze vlucht onze kleding eerlijk
verdeeld over de twee koffers. Lange broeken, korte broeken, shirts,
ondergoed, etc. Dit was het moment waarop we onze koffers helemaal
uitpakten en weer inpakten voor onszelf, zodat we niet meer in
elkaars koffer zaten te rommelen. Vervolgens gingen de bikini en
zwembroek aan, want er was een zwembad in dit hotel! Lekker even
poedelen in de hot tub (echt superwarm!) en het zwembad (fris). Verder was er hier
in de buurt niet zoveel te beleven: het gaat om hotels en bedrijven.
Gelukkig was er twee blokken verderop Het DoubleTree by Hilton hotel met een bar waar je ook kon eten.
We moesten langs een vijver lopen met heel veel eendjes en Timo
lokte ze. Ik
nam een salade met kip, Timo verraste mij en zichzelf ook, door een
soort Mongoolse Pokébowl te kiezen: rijst, groente, rundvlees en een
pittige saus. In deze bar stonden de Olympische Spelen in Parijs op
de beeldschermen aan. Heb ik al gezegd dat er overal zoveel tv’s
hingen? Echt in elk restaurant, bar, café. Overal tv’s. We dronken
er een limonade en biertje bij en om half negen liepen we naar ons
eigen hotel.
Dat was een
brakke nacht. Te koud voordat we gingen slapen, airco uit,
halverwege de nacht te warm om te slapen, airco weer aan. Koelkast
die tikte, maar die Timo niet uit wilde doen, omdat het vriesvakje
een klomp ijs heeft en waarschijnlijk smelt. Ik dacht: niet mijn
probleem, gewoon de deur dichthouden.
Vandaag was de Formule 1 in België en
gelukkig was dat hier op de honderdduizend zenders wel te zien op
ESPN live. Vanaf rondje 29 tot 40 zijn we gaan ontbijten en laat het
nou nét de periode zijn geweest dat Russel met zijn eenstopper de leiding
overnam! Hij kreeg achteraf een diskwalificatie vanwege anderhalve
kilo te weinig gewicht… We pakten een tas in en namen de gratis shuttlebus terug naar het vliegveld om daar onze auto op te halen bij Alemo. Om tien uur stonden we in de goede rij en om half elf kozen we onze beige-grijze Hyundai Kona (hatchback) uit een rij met sedans. Deze was gewoon het stoerst, vond ik. We hebben tijdens eerdere vakanties gemerkt dat we houden van luisterboeken tijdens lange autoritten. In 2017 luisterden we naar de eerste vier delen van Harry Potter, nu deden we deel 5 aan. Heerlijk ontspannend.
We stelden
meteen Waze in op
Antelope Island en om kwart over elf
stonden we voor de entree. Dit is een State Park en geen National
Park, dus de kortingskaart America the Beautiful kon je hier niet
kopen en niet gebruiken. Dat doen we dan wel bij Grand Teton. Ik kreeg een folder (Hoera! Ik houd van folders.)
met de plattegrond en allemaal waarschuwingen: kom niet te dicht bij
de bizons en drink genoeg water. In Chicago was het water uit de
kraan goed te drinken, maar hier was het eigenlijk niet zo lekker.
Toch weer die chloorsmaak.. We hadden dus wel twee doppers gevuld,
maar verder nog niets gekocht. Bij één van de eerste kruisingen
zagen we al een bizon! Een mager mannetje dat een beetje stonk en
zich schuurde tegen een rots. We hoopten dat we er nog meer zouden
zien, maar dat weet je natuurlijk nooit zeker, dus toch maar foto’s
gemaakt en vrolijk afgevinkt: één bizon. Check!
Hier op het
eiland kun je in the Great Salt Lake ‘zwemmen’, dus we
reden naar de eerste plek waar douches waren, trokken onze zwemspullen aan en liepen over een diepe
kuststrook naar het water. Het was inmiddels precies middag, 12 uur.
Er waren miljoenen (niet overdreven) brine flies, ook wel kustvliegen genoemd. Die
bijten niet, maar zitten op het strand. Als je eroverheen loopt,
vliegen ze op in grote wolken: het ziet eruit alsof ze zouden kunnen
bijten, maar dat doen ze niet. Ze planten zich voort in het water
van het grote zoute meer. Timo had de waterschoentjes ingepakt en ik
vond dat thuis nog onzin, maar nu was ik er erg blij mee! We liepen
tientallen meters het water in, tot het een centimeter of vijftig,
zeventig diep was. Daar konden we drijven. Je voelt metéén waar je
wondjes hebt: ik had er eentje aan mijn teen en eentje aan mijn
vinger. Timo ging nog terug om zijn telefoon te pakken en foto’s te
maken en ik was heel blij dat hij dat deed! Superleuk om te drijven.
We komen al decennia bij de Veluwse Bron en tegenwoordig heeft ook
Thermen Bussloo een zoutwaterbad, maar dit was toch anders, omdat
het de natuur is. We gingen expres op deze plek in het water,
want hier waren douches en toiletten, dus we konden ook weer
redelijk schoon terug in de auto om verder te rijden.
We reden
eigenlijk naar het hotel terug, maar ik bedacht me dat het op zondagavond wel
rustig zou zijn in de stad en dat er nog een grote kathedraal was om
te bekijken. Dus Waze werd op ‘via’ gezet en Timo bracht ons langs
de gigantische
Capitol Hill naar de
Kathedraal
van Madeleine. Parkeren, rondje lopen, foto’s maken, nog een rondje
lopen en weer door. Dan toch ook nog maar even stoppen bij die Capitol Hill. Prachtig gebouw dat lijkt
op het Witte Huis. Natuurlijk kun
je in Salt Lake City ook naar
de tempel van de mormonen (Jesus
Christ of
the Latter-day Saints), maar dat hele complex werd nu verbouwd, met
grote kranen en steigers om de torens. Wij reden daarom alsnog naar
huis en om kwart over zes pakten we de spullen uit de auto om op
onze kamer lekker een maaltijdsalade en een halve zak M&M’s met
pindakaassmaak te eten. We hadden toch geen zin om de hele avond op de kamer te zitten en in ons eigen hotel was geen bar, dus we liepen naar de DoubleTree en om kwart voor acht stond er een virgin mohito voor mijn neus en om kwart over acht een virgin pina colada. Timo nam biertjes. Ondertussen keken we naar de foto’s, ging Timo een beetje internetten en schreef ik dit verslag.
Maandag 29 juli De wekker stond op acht uur, maar om half acht was ik wakker. Vanwege het tijdsverschil zag ik altijd heel veel appjes bij het wakker worden en deze keer kreeg ik een video-oproep van mijn moeder. Gezellig met haar en Ivonne even gekletst. Daarna ontbeten we. Ik vond het lekker dat ze hier roerei en bacon en worstjes hadden, want ik houd van hartige boterhammen. Na het eten ging het ritueel van start: douchen, opruimen en de koffer inpakken. Het paste allemaal wel erg netjes in de auto en om 10:23 uur stonden we bij de receptie om uit te checken. We hadden dit hotel ook al geboekt als laatste nacht en daar maken we nog even ook de een-na-laatste nacht van, want er is hier in de buurt ook nog genoeg te zien en te wandelen.
Dinsdag 30 juli
Hoera! 45 jaar oud en 23 jaar verkering:
feestdag! Het ontbijt hier was ‘grab-and-go’ maar veel toeristen
zaten gewoon aan de tafels in de eetzaal te eten, dus dat deden wij
ook. We namen bagels die je kon roosteren (lees: droge ronde
stevige broodjes met een gat erin), er waren plastic
verpakkingen met twee gekookte eieren erin (raar) en deze keer ook
iets dat leek op smeerkaas. Terwijl ik tientallen appjes beantwoordde,
aten we rustig ons
ontbijtje en daarna pakten we de tas in. In mijn schema stond:
'wandelen in de bergen' en al was het geen stralende dag, beetje
heiig, dat wandelen gingen we doen! We reden om tien voor tien naar
Teton Village, een skidorp waarvandaan verschillende gondels en
liften vertrekken. Je kon er gelukkig ook in de zomer terecht. We
kochten twee sightseeingkaartjes: daarmee konden
we de hele dag in alle gondels. Mijn advies is wel om de kaartjes
(eventueel pas op de parkeerplaats van Teton Village, als je zeker
weet dat het niet regent) online te kopen, want dat scheelt je bij
elkaar wel een tientje. Wij startten met de
hoogste gondel. Bovenop de berg heb ik nog even gevideobeld met
Simone in
Costa Rica (ongeveer zelfde tijdzone, geweldig om elkaar weer eens
even te zien, maar in de wind zeer slecht te verstaan, helaas). Vanaf daar namen we (toen we
eenmaal gevraagd hadden waar die startte en hoe lang je erover deed
om naar de volgende gondel te lopen, anderhalf uur) the North trail.
Boven was het nog koud, maar het werd steeds beter, omdat we uit de
wind liepen. Heerlijk wandelen in de frisse berglucht. Wel een
beetje steil en Timo gleed een keer uit, maar dat kwam omdat we
onze gewone sportschoenen aan hadden en nog niet onze bergschoenen. Deze kant van de berg was
prachtig begroeid met bloeiende plantjes en het pad was stoffig en
vaak niet rotserig, maar de omgeving was juist wel rotserig en op een paar
plekken lag nog sneeuw! Het was echt heel erg mooi en
verjaardagwaardig.
Daarna terug naar de grote gondel om the
Spring Rocks route te gaan lopen. Boven was het nu ontzettend koud,
maar mijn gevoel zei dat het dadelijk weer zou meevallen als we over
de rand van de berg zouden zijn. Timo wees bij het begin van de
afdaling echter al op donkere wolken en vroeg of ik ook had gelezen
dat je bij donkere wolken moet terugkeren, omdat het weer snel kan
omslaan. Eh, nee. Gooi dat gevoel maar overboord: ik ben een
plattelandsmeisje en ik weet niks van de bergen. En omdat er van die
donkere wolken aankwamen terwijl ik de poncho's nog niet in de
rugzak had gedaan, wandelde ik ineens een stuk minder lekker. We
zijn daarom dezelfde weg teruggelopen naar boven, maar dat was nog
niet zo makkelijk! Ik merkte goed dat ijle lucht en een conditie die
alleen door bodybalance op peil wordt gehouden niet zo stevig werkt
als die van Timo, met zijn crossfit. Ik was al gauw bekaf, maar
slechts de laatste meters bedacht ik dat het ook zou kunnen komen
omdat ik die grote rugzak met twee liter water, de portemonnees, de
zonnebrilkoker, een camera, zonnebrandcreme, broodjes en mueslybars
om had. Toen Timo hem overnam, ging het een stuk beter, maar toen waren we er al bijna. We gingen in de luwte
van het conciërgehokje staan, zodat we minder nat werden van de
regen die viel tijdens het wachten en om 15:15 uur bracht de gondel
ons weer naar
beneden. Om kwart voor vier zaten we in de auto en toetsten we South
Park in op onze navigatie. Beter in de regen rijden dan in de regen
wandelen. Jammer genoeg kwamen we nergens een bordje tegen (We
zetten graag gekke plaatsnamen op de foto en South
Park hoort er wat mij betreft wel bij!), maar nadat we
hondenuitlaters gevraagd hadden hoe dat zat, wisten we dat er wel
‘een soort omgeving’ is die South Park genoemd wordt. Er is geen
plaatsnaambordje van.
We reden door
naar ons hotel in Alpine, kwamen in een file terecht, luisterden
geduldig naar Harry Potter en zijn avontuur, gingen een uurtje
relaxen op de hotelkamer en probeerden daarna in de auto te bedenken welk restaurant
we zouden kiezen. We stonden even bij een tankstation om te overleggen waar ik heen wilde (Ik mocht
kiezen, want ik was jarig! ♥) en toen ben ik uitgestapt om aan locals
te vragen waar zij zouden eten. Hun eerste keus was op dinsdag
gesloten, maar hun tweede keus zat daarnaast, dus we gingen naar een
Mexicaan! Een quesadilla plate voor mij en een festival burrito voor
hem. Lekker met een licht biertje en een flesje Coca Cola. Nog even gevideobeld met
Mariska op Curacao, (dat
scheelt toch twee uur) en daarna dit verslag afgemaakt. We hebben in
totaal 3 km gelopen, maar dan alleen bergwandelen.
Woensdag 31
juli
Dit was de
topdag. De dag die niet te warm en niet te koud was. De dag waarop
we zoveel gezien hebben dat het nauwelijks te beschrijven is. De
meest fantastische vakantiedag. We startten met een klein ontbijtje
in de zaal, waarbij we een kolibri zagen bij een voedersilo buiten
de deur! Daarna twee winkels: Subway voor een broodje en
Broulims supermarkt voor water en bananen. Rijdend naar Grand Teton kwamen we natuurlijk
al langs
de grote bergketen en onderweg was het prachtig. Die bergen!
Amerikanen vragen bij elke gelegenheid waar we vandaan komen en als
we dan The Netherlands zeggen, reageren ze met: nice. Dat is
natuurlijk zo: we hebben een prachtig land dat in het algemeen goed
georganiseerd is en waar wij gelukkig wonen. Maar bérgen! Oh, ik zou
zo graag bergen hebben in Nederland.
Grand Teton
heeft een beroemde
42 mile toeristische route die iedereen rijdt. Na de ingang
was er eerst een klein kerkje, waar een vrouw orgel zat te spelen!
Het leek wel afgesproken werk, al die kerken met een organist.
Vervolgens stopten we bij een lange rij auto’s (als parkeerplaatsen
vol zijn, parkeert iedereen in de berm) en liepen we naar de
hikingtrail (wandelroute) Taggert Lake. Dat was een GOED idee, want
we zagen weer veel eekhoorntjes en daar bleef het niet bij: Timo zag
een beer! Hij maakte goede foto’s en ik ook, waarna we verder liepen
en tussendoor genoeg lawaai probeerden te maken om ze niet te
dichtbij te krijgen, maar misschien nog wel te zien. De wandeling
zelf was ook erg mooi: bosrijk en bloemrijk. Een gezin wees ons op
een eland, dus ook daar maakten we leuke foto’s van.
Ergens vorige maand zat ik te googlen naar dingen om te doen in de plaatsen waar we naar toe zouden gaan en ik kwam uit bij een rodeo. Alle rodeo's ervoor (zaterdagavond en woensdagavond) waren steeds uitverkocht en op de woensdag dat wij in de buurt zouden zijn, waren er nog kaarten. Ik was misschien wat te enthousiast, want zonder te overleggen met Timo (hij was op de diploma-uitreiking) kocht ik online twee kaarten. Er stonden plaatjes bij: mannen, vrouwen en kinderen op stieren en paarden. Ik was gewoon heel erg benieuwd en vooral omdat het zovaak uitverkocht was.
We reden naar
de rodeo, parkeerden de auto op een plekje vooraan, kochten twee
flesjes water (verboden om iets mee te nemen: je moet alles kopen) en genoten van een
avond vol rodeo! Het publiek had in veel gevallen een cowboyhoed op
en sommigen waren aangekleed alsof ze een avondje uit gingen (lees:
schaars en/of met glitters). Er was steeds muziek die uit de
speakers schalde, die paste bij rodeo. Een beetje country, maar ook
Bon Jovi met Wanted Dead or Alive. Dat is meteen het liedje van
vandaag. 'I'm a cowboy, on a steal horse I ride!' ♪ Eerst werd de
vlag van de staat Wyoming binnengebracht op een paard en geëerd,
daarna die van de USA. Vervolgens was er een zangeres met het
volkslied en iedereen zong mee. Ik kreeg er kippenvel van. Er kwam
een gebed om de rijders, hun familie en de dieren te beschermen. Ook
een moment stilte voor je eigen gebed.
Bij elkaar is
het een evenement waarover je kunt discussiëren of je daar geld aan
moet spenderen. Het is namelijk niet diervriendelijk, maar ik vond
het bij elkaar zeker de moeite waard om eens in je leven meegemaakt te hebben,
omdat het zo'n cultureel spektakel is. Timo reed ons in het donker
naar huis en dat ging hartstikke goed. Hij heeft trouwens sowieso de
hele vakantie gereden: ik heb geen enkel ritje gedaan. Hij houdt
ervan en kan het goed. We hadden wel een extra
chauffeursmogelijkheid gekregen bij het huren van de auto, voor
als er wat met hem zou zijn (ogen, ziek, etc), maar dat gebeurde
gelukkig niet.
Extra informatie die
De vertrekdag
was altijd rommelig. Eerst eten, dan koffers inpakken, alles in de
auto, nog een keer naar Subway voor een lunchbroodje, naar de supermarkt
voor fruit, koekjes en water en tanken. Steeds als we gingen tanken,
maakten we ook de voorruit schoon, want dat is hier wel nodig met al
die insecten en veel stof. We reden de
laatste keer door Jackson en maken nog een paar foto's van de South
Park-straten die wel een bordje hebben. Daarna reden we richting ons
nieuwe verblijf, Canyon Lodge in Yellowstone, en dan moet je dóór
Grand Teton vanaf hier. Daarom stopten we onderweg bij het Death
Canyon wandelpad. Tijdens onze wandeling vanaf Rendezvous mountain
via de North Ridge Trail naar de Bridger Gondel kwamen we een man
tegen die tijdens een gesprek vertelde dat Death Canyon een goede
plek was om wild te zien. Beter dan bijvoorbeeld Jenny Lake, want
dat was veel te toeristisch. Nou, dat wilden we wel proberen, met
gisteren een beer én een eland tijdens de wandeling naar Taggert
Lake stond ons nu zeker wat te wachten. Er stond aan het eind van het asfalt
bij Death Canyon een bordje
met 4-wheel drives recommended. Voor degenen die minder
goed Engels kunnen: een vierwielaandrijving werd aangeraden, omdat
de grintweg te hobbelig is. We dachten dat onze 'stadsauto' Hyunday Kona dat
niet zou kunnen en we stopten bij het eind van het asfalt en begin
van het grint. Dan maar het eerste stuk ook al
lopen. Al wandelend kwamen we langs
veel parkeerplekken in het bos we zagen overal auto’s zoals
die van ons, die wel het laatste stuk hadden gereden. Ik vond het
niet erg; we zijn best voorzichtige types uit het land dat ongeveer
het meest verzekerd is ter wereld. Als we de onderkant van de auto
geraakt hadden met een steen, waren we daar de rest van de vakantie
onzeker over geweest.
We startten om
12:33 uur en de route naar het uitzichtpunt was weer prachtig en
afwisselend: met mooie bloeiende bloemen, hoog gras, rotserigheid,
dennenbomen, struiken, een paar kleine stroompjes… Je zou zó een
beer of eland kunnen zien, maar die zagen we niet. Wel twee amazones
met muilezels achter hen aan over het pad en heel veel kleine
eekhoorntjes. Die heb je hier in alle soorten en maten: grijs,
oranje-bruin en gestreept. Ze zijn allemaal schattig!
We waren bijna
bovenaan bij het uitzichtpunt, toen Timo’s schoenzool van zijn
bergschoen aan de voorkant losliet.
Flashback naar 2017 toen dat
met de mijne gebeurde. We bonden dus de veter onder de zool en we
liepen nog even door naar het uitzichtpunt over het meer. Bij elkaar
hadden we een uurtje gewandeld. We maakten een paar foto’s en liepen
terug naar beneden. Was maar goed ook, want het werd steeds warmer
en de hele route was waarschijnlijk te ver geweest voor mij. Timo
had gelukkig ook nog zijn normale Nike’s, maar voor echte
wandelingen zijn goede wandelschoenen met versteviging tot en met de
enkels wel prettig.
De route
richting Yellowstone zou toch al bijna via het informatiecentrum van
Grand Teton gaan, dus we sloegen even af om te vragen of ze daar
schoenen verkochten. Neen, wel een sticker en
een muntje (waar we een magneet van kunnen maken!) en gratis advies
om schoenen te kopen in Colter Bay Village. Bij Colter gingen we om
tien voor vier vragen om schoenen, maar die waren niet in Timo’s
maat. We kochten wel een zakje met speciaal poeder om in een vuurtje
te gooien, dan wordt het kleurvuur!
Harry Potter past er mooi bij. We kregen weer gratis advies, maar
dit keer om de schoenen te gaan kopen in Jackson Lodge. Ze noemen
alles en iedereen hier Jackson. Déze
Jackson was een toeristendorpje en het was 10 minuten terugrijden.
Onderweg zagen we een hertje dat zomaar stil stond in de berm! Had
helemaal geen last van het rondrijdende verkeer. Een leuke verkoper uit North Carolina
had gezellige verhalen in de winkel en om
half vijf had Timo een nieuw paar bergschoenen. Het oude paar werd meteen weggegooid en we
reden door naar de zuid-entree van Yellowstone, waar we een fotootje
maakten om kwart over vijf.
Beetje
vervelend als je er niet bij was, maar het was hier overal prachtig! Onderweg naar
ons hotel in Canyon Village kwamen we langs het terrein van de Mud
Vulcano (onze eerste geiser!) en daarna door een vallei genaamd
Hayden Valley waar we een hele buslading vol mensen zagen stilstaan
die naar een bepaald punt keken. In het algemeen was dat een goed
teken: er was een dier te zien. We konden alleen niet vinden welk
dier het was en pas toen we voorbij waren, zag Timo dat het ging om
een coyote. Toch maar
doorgereden, na 19 uur pas ingecheckt bij Canyon Lodge. Dat is dus
een groep grote hotels en campings, waar wij in hotel Moran Lodge
sliepen. Dat is niet het hoofdgebouw, dus je moet steeds overal heen
lopen. Bij de receptie hebben we even gevraagd wat er die avond
nog te doen was. De receptionist vertelde dat de zon pas zou
ondergaan om 21:15, dus tot die tijd was een wandeling naar de North
Rim nog leuk.
Eerst maar eens
ETEN! De Canyon Lodge Eatery was een soort mensa, een gaarkeuken, waar we in een rij konden
kiezen uit 3 soorten rijst, drie soorten ‘prutje’ (kip, beef or
shrimp), een loempiaatje en een drankje. Het prutje met kip en
groente was niet erg knapperig, maar het was smakelijk en lekker
hartig en ik vond het prima te hachelen. Na het eten
liepen we op advies van die receptionist nog naar de North Rim met prachtige uitzichten, maar het
werd inmiddels wel donkerder. Een paar mooie foto's konden we nog
maken, daarna moesten we terug door het donkere bos! Gelukkig had ik een
hoofdlampje meegenomen, want de lampjes van onze telefoons maakten
niet genoeg licht om echt duidelijk het pad te kunnen zien.
Timo’s iWatch
hield de hele vakantie
bij hoe ver en hoe lang we liepen. Deze wandeling door het donker terug naar de hotelkamer was 1,66 km
en duurde van 21:23 tot 21:43 uur. We zaten veel in de auto, maar in totaal hebben w
Vrijdag 2
augustus
Nog een nachtje
in Canyon Lodge vanavond, dus we hoefden niet in te pakken. Wel
jammer dat er geen ontbijt was in dit gebouw. Het waren losse
gebouwen en je kon alleen maar ontbijt kopen in het hoofdgebouw.
Niet eens gewoon normale broodjes, maar muffins, hamburgers of pizza’s. We reden vroeg
weg en het eerste hert stond om half negen op de foto. Ik had
gelukkig nog wel een lange broek en lange mouwen aan, want de
wandeling door het geiserterrein genaamd Norris was fris om tien
voor negen. Dat was ook extra mooi, want daardoor zag je de hete
stoom extra goed! Wat een overweldigend terrein is dit.
Toen we geparkeerd hadden, kochten we eerst samen een pizzabroodje en een hervulbaar glas drinken om 13:40 uur en vervolgens namen we dat mee naar de geiser, want die zou ‘binnenkort’ uitbarsten. We zaten nog geen zeven minuten op een boomstronk en toen we net onze pizza op hadden (Timo wilde eigenlijk zijn petje even gaan halen, maar ik zei dat hij moest blijven.) begon de geiser te roken en te spuiten! Dat duurde maar een minuut of twee, maar we waren er precies op tijd bij. Hij heet Old Faithful omdat hij met een bepaalde regelmaat spuit: er zit meestal tussen de 60 en 80 minuten tussen. Mazzelaars dat we waren, om er precies op dat moment aan te komen lopen. Er was ook nog een klein wandelpaadje rondom de beroemde geiser, maar het hete weer werkte (voor mij) niet mee. Ik gok dat Timo nog wel wat wilde rondkijken, maar ik vond het wel prima.
De
auto had lekkere airco en we
reden naar West Thumb, want ook daar zijn… bronnen en geisers.
We liepen de mooie vlonderroute vlakbij het Yellowstone meer
(briesje) en verbaasden ons over de wonderschone natuur. Om 17:40
zaten we weer in de menza en aten we lekker onze simpele doch
vullende maaltijd en daarna gingen we naar de supermarkt. Daarna
gingen Timo en ik even uit elkaar: ik ging met de wastas,
wasmiddeldoekjes (handig voor op vakantie) en de iPad naar het
hoofdgebouw om de was te doen en het verhaal te tikken, Timo ging in
bad. Ik wisselde contant geld in voor quarters en gooide drie dollar
in de machine, maar ik keek van tevoren nog even in de
siliconenrichel onderin en vond daar een Amerikaanse stuiver, haha.
Zaterdag 3
augustus
Ik werd wakker
met jeuk in mijn nek én op mijn rug. Twee gigantische extra beten
waren zichtbaar, maar die kwamen niet van de nacht, want ik had
netjes onder mijn deken gelegen en het waren geen bulten van
bedbugs. Dat betekende dat er gisteren dikke steekvliegen of muggen
dóór mijn shirt heen geprikt hebben! En ik had ook al die twee
bulten in mijn nek, boven mijn shirt. Na een pilletje tegen
hooikoorts (die werken ook heerlijk tegen alle jeukbulten) en een
halve dubbele boterham (gisteren gekocht, verpakt en zompig met
kalkoensalade, Timo nam de andere helft) konden we de koffers weer
inpakken en de sleutelkaartjes mochten gewoon in de kamer blijven: dan
hoefden we niet in de rij te staan voor het uitchecken. We begonnen
met een wandeling bij de North Rim: de waterval die we zagen
vanaf boven, gingen we nu vanaf dichterbij bekijken. Om kwart voor negen
gingen we naar de auto en om kwart over negen stonden we al beneden
bij het eerste uitzichtpunt. Precies waar het water naar beneden
stort, is een platform gemaakt. Ik vond het spannend om mijn
telefoon over de rand te houden en dat was te zien aan de filmpjes:
ik hield hem zo goed vast dat mijn vinger steeds in beeld was, haha.
Toch was dit niet het uitzichtpunt dat we dachten, dus we liepen nog
even naar the North Rim Route. Dat was het ook niet, maar om kwart
voor tien zagen we nog wel weer een nieuwe leuke kleine waterval.
Dan nog maar naar de volgende parkeerplaats en daar liepen we wél
de weg naar beneden die we hoopten, want we zagen beneden weer zo’n
vlonderroute. Uiteindelijk was het platform niet zo laag als ik van
tevoren had gedacht, het wandelpad ernaartoe was schitterend en het
uitzicht naar de waterval ook, maar dat was ongeveer hetzelfde als
de avond ervoor, alleen ietsje lager en ietsje dichterbij.
Daarna reden we
naar het noorden. We namen de route met de klok mee en onderweg
zagen we:
* de Virginia
cascade (het verschil tussen een waterval en een cascade is dat een
cascade meer over een berg glijdt en een waterval echt een vrije val
maakt)
* de Roaring
mountain (een geiserberg die soms zo hard rommelt dat je hem
kilometers verder weg nog kunt horen. Wij hoorden niets bijzonders.)
* een groepje
grote vogels vlakbij de Obsidian Cliff zag er eerst uit als een stel
bruine kontjes van herten, maar dichterbij bleken het grote vogels.
Ik was heel benieuwd welke vogels het waren, want ze hadden een
beetje de vorm van een emoe. Het bleken
Canadese kraanvogels!
* de Sheepeater
cliff (broodje aan het water. Hier was geen schaduw en
het was heet. Timo liep nog een stukje naar de andere rots, maar ik
ging in de auto een stukje typen met de airco aan. Het was echt
heet.)
We reden door
de Lamar Valley en moesten daarvoor eerst over een brug. De brug was
oud en er werd een nieuwe naast gemaakt. Geen overbodige luxe, als
je zag hoeveel betonnen bewapening zichtbaar was. Er was een bizon
rustig aan het wandelen over de brug en hij had niet echt het idee
dat hij daarmee moest opschieten. Het was weer heel lollig om te
zien hoe auto’s gewoon allemaal geduld hadden als er een bizon op
straat liep. De Lamar Vallei daarna was zo ongeveer een kopie van
de
grote vallei uit Platvoet en zijn vriendjes (even doorspoelen
naar 1:28 minuut) of een scène van het paradijs uit de kinderbijbel.
Het was overvloedig aan bisons. We zagen ze OVERAL. Een prachtig
gezicht. Ook een gaffelbok en -hindes lagen in het gras.
Om half vijf
checkten we in bij de Roosevelt Tower Lodge. We wisten al dat dit
een goedkopere plek was, met buiten een gedeelde wc en douche, zoals
bij een camping. Wij kamperen nooit, dus het was wel weer een risico
dat we namen, maar de rest van de hotels in het park was zo duur, dat we wel
eens iets anders wilden. Gokje. Eigenlijk zag het er best luxe uit,
omdat het kleine huisjes waren, geen motelachtige plek. Helaas was
hier maar één queensize bed en het was er heel heet, dus dat zou
’s nachts nog wat worden.
We
haalden meteen na het inchecken een ijsje en de verkoper wilde weten
waar we vandaan kwamen. Toen hij hoorden dat we uit Nederland
kwamen, vertelde hij een verhaal over zijn vader die veteraan is
geweest in onze oorlog: hij was 21 toen hij vliegenier werd. Hij
bleef leven en na de oorlog maakte hij er zijn werk van: hij bleef
piloot. Er kwam nog een langer verhaal over een broertje van zijn
moeder die ook in de oorlog naar Europa was gekomen: zijn baan was
het vrij houden van het Kanaal tegen de Duitsers, maar helaas is
zijn schip gezonken en ligt zijn lichaam nog steeds op de zeebodem.
De familie van deze man heeft geholpen om ons te bevrijden. Heel
indrukwekkend.
Er was hier
geen wifi en ook geen 4G. Helemaal offline zat ik aan het eind van
de middag voor onze cabin op een bankje dit verhaal te typen. Dat
zag er waarschijnlijk uit alsof we wel bereik hadden, waardoor we
wat aanspraak kregen, maar helaas. Alles is hier offline en heet. De
receptionist gaf aan dat het zo’n 31 graden was, maar het voelde als
40. We gingen lekker fris douchen in het sanitairgebouw. Beetje afgekoeld.
Vervolgens
verplaatsten we ons naar de veranda van het grote restaurant en Timo
haalde een biertje en een cola. De tweede cola was een
re-fill, maar Timo moest zijn tweede biertje wel betalen. Onze
maaltijden waren prima: een hamburger en een kipfilet met groente. We namen ook nog een toetje! Dat
doen we bijna nooit: drie bolletjes vanille-ijs in zo’n ijscoupe met
twee lepels. Heel romantisch.
Timo kon de
slaap niet vatten: had kramp en lag te woelen. Om 9:40 uur hadden we
het licht uit gedaan, maar voor mijn gevoel had ik tot middernacht
nog niet geslapen door Timo's gedraai en onze luide buren (die hadden gewoon al hun
kampeerspullen buiten de cabin gezet en waren met 4 gezinnen aan het
feestvieren tot laat). We ruilden van plek en die luitjes gingen ook
eindelijk naar bed. Dat hielp een beetje.
Zondag 4
augustus Om 4 uur werd ik wakker: moest plassen. Timo werd gelukkig ook wakker en samen gingen we naar het sanitairgebouw. We zagen in het pikdonker een heleboel sterren en de Melkweg! Daarna sliepen we door tot 7:40 uur. Bij elkaar nog redelijk wat geslapen, maar dit was verreweg de slechtste nacht tot nu toe. Nooit meer kamperen, hoe romantisch het ook lijkt. Ik heb wel lekker gedoucht en daarna aten we nog de wrap die we de vorige dag als lunch zouden eten. Beetje water erbij, prima. Auto ingepakt, sleutels in zo’n key drop-off en weg hier! Op naar de eerste wandeling, maar onderweg zagen we eerst al een hertje dat heel rustige lange grashalmen aan het eten was. Zo mooi dat die dieren zich niks aantrekken van al die toeristen met hun camera's. Een stukje verder zagen we auto's in de berm geparkeerd staan en foto's maken naar onze kant van de berm. Dat betekent wild. Timo draaide onze auto ook in de berm en daar zagen we een zwarte beer! Gelukkig konden we hem vanuit de auto veilig bekijken en foto's maken.
Dat viel even
tegen: de restaurants die op Tripadvisor hoge recensies hadden
gekregen, hadden een rij, waarvan eentje zelfs tot ver buiten de
deur! We liepen daarom naar binnen bij nr. 15 van 33
Tripadvisor-restaurants in
West-Yellowstone en aten bij Gusher Pizza and Sandwich Shoppe. Het
was er druk; vooral met gezinnen met kinderen. Ik nam de Buffalo
Chicken Salad en Timo koos voor de Chicken Ceasar Salad. Het hotel was dichtbij, we
liepen terug en ik deed om tien voor tien mijn ogen dicht.
Wat een
héérlijke nacht. Ik heb geslapen tot half acht. Het was hier
rustig en de bedden lagen lekker en niemand woelde of trok aan mijn
dekens, want ik lag helemaal alleen in een queensize bed en Timo lag
een meter bij me vandaan. Geweldig.
We zaten om 8
uur in een ontbijtzaal met geroosterd brood, roerei en bacon. Ik was
gelukkig. Om kwart over negen stapten we in de auto en om twintig
over negen meldde Waze dat de file een halfuur zou duren. Ze had
ongelijk: hij duurde een uur! Het is dus wel goedkoper om buiten het
park te slapen, maar dan moet je wel vróeg het park in. Na de entreepoortjes van het park, dat
hier direct naast het stadje zit, reden we in soepel tempo richting
onze eerste bestemming: de overlook van de Grand Prismatic Spring.
Toch stopten we onderweg nog voor het uitzicht op een prachtige
waterval (Would you like me to take a picture of you guys? You look
so cute! – Bedankt, mevrouw, maar we hebben er al honderd zelf
gemaakt.) en een
paar vrouwtjeselanden met kleintjes en later nog een hele kudde met elanden.
Je wordt hier niet teleurgesteld: alles is mooi.
De geiser begon te spuiten om 13:35 en een minuut later kreeg hij applaus, waarna de parkeerplaats weer langzaam leegliep. Wij gingen nog even naar het toilet (er zijn hier genoeg toiletten en ze zijn allemaal gratis) reden terug naar ons hotel en kwamen aan rond kwart over drie. Eerst even alle berichtjes bekeken. Yellowstone is echt offline, dus je kunt pas in je hotelkamer weer bericht ontvangen uit de bewoonde wereld. Dat betekent niet dat niemand zijn telefoon bij zich heeft: juist iedereen loopt ermee om foto's te maken. Er zijn ook wel regelmatig toeristen met zo'n grote spiegelreflexcamera met een toeter op hun buik, maar in het algemeen loopt iedereen met zijn telefoon in de hand.
We
liepen naar het restaurant waar gisteren zo’n rij voor stond, om
te reserveren voor een uur of zes. Dat kon niet: je moest maar
gewoon op tijd komen. Via een souvenirshop (just browsing) terug naar het hotel en
een frisse duik in het zwembad genomen. Gisteren tijdens de regen
waren we hier alleen, vandaag was er een meneer in zijn eentje, die
niet zwom, maar wandelde in het zwembad en er kwam nog een gezin met
twee kleine meiden bij. Na een halfuur poedelen waren we dan ook wel
weer klaar.
We gingen
extra vroeg terug naar het restaurant (kwart over vijf bij Madison
Crossing Lounge) en we konden meteen aanschuiven. Een biefstuk en
een biertje voor hem, een Mediterraanse pasta met veel groente en
een soort botersaus voor mij. Ik heb om een lepel gevraagd, want die
saus ging ik echt niet op mijn bord laten liggen. Weer heerlijk gegeten
en trouwens ook lekker gedronken:
een mohito
zonder rum. Dat ga ik in Nederland ook maar eens proberen.
Wakker voor
half acht. Timo laten slapen, zelf alvast gedoucht en kleding
uitgezocht voor Craters of the Moon. Om half tien waren we
uitgecheckt, lagen de koffers in de auto en vergaten we naar Subway
te gaan. We hadden het National Monument & Preserve in gesteld als
bestemming en we moesten meer dan drie uur rijden om er te
komen. Wat een schitterend land is de Verenigde Staten ook. Zeker in
de zomer. Het vlakke land strekte zich voor ons uit in natuur zoals
bos en toendra met saliestruikjes (sage brushes) maar ook in
boerenland zoals graan en gras om te maaien en koeien op
verschillende soorten ondergrond. Het was hooitijd en op sommige
plaatsen kwam ook het graan al van het land.
Om vijf uur reden we weer weg en deze keer
stond Ammon (een stad tegen Idaho Falls aan) op het programma. De
terugrit langs
de losse bergjes was kwam heel anders over, omdat we nu wisten
dat die losse bergjes 'kleine' vulkanen zijn... Om
19:07 waren we ingecheckt en we vroegen de receptioniste om advies
bij het bepalen van een restaurant. Om 20 uur zaten we bij de Firehole
Grill op het terras. Een salade, een kipfilet en een limonade zo
groot als mijn hoofd. Om kwart over negen stond ik onder de douche en om iets voor
tienen was het verhaal over deze dag af.
Woensdag 7
augustus
Vandaag deden
we niet zoveel. Timo had slecht geslapen, dus we stonden pas laat
op. We hebben de auto gepakt en reden naar Idaho Falls om de
waterval te bekijken. Wat ik soms vergeet, is dat de USA eigenlijk
pas heel kort geleden 'modern' werd, zoals Europa. Er kwamen
halverwege de 19e eeuw vooral Fransen en Engelsen naar dit gebied en
onze vakantie speelt zich af in het gebied waar destijds een echte
migrantenroute was.
Lees dit voor meer informatie. Hier in Idaho Falls werd in 1864
er een pont over de Snake River ingezet om immigranten verder te
laten reizen. Da's mooi geld verdienen, want anders moest je met je
paard-en-wagen (of ossen-en-wagen) zelf een doorwaadbare plaats
zoeken en als het water hoog stond, kon je gewoon de rivier niet
over. In 1870 dacht iemand: 'dat moet beter kunnen' en maakte een
tolbrug over het water. In 1920 bedacht weer iemand anders dat je
energie zou kunnen opwekken met het vallende water en bouwde een dam
naast de waterval, waarmee een waterkrachtcentrale werd aangedreven.
Het opwekken van energie werd een hele industrie (zie ook
Idaho National Laboratory)
en het heeft Idaho Falls veel welvaart opgeleverd en ook drama (een
damdoorbraak in 1976 zorgde voor 11 doden en miljoenen aan schade).
Op de
hotelkamer zaten we na de film even rustig op onze telefoons, keken we wat
herhalingen van de Olympische Spelen (het was al nacht in Parijs) en
zetten we een luisterboek aan, terwijl we onder de dekens kropen.
Het was een rustige dag
Donderdag 8
augustus
We startten met
het uitzoeken van de route naar de volgende bestemming. Het was
onmogelijk om een hotel te vinden dat in de buurt van een Nationaal
Park lag, aan onze wensen voldeed (twee bedden) en ook nog
betaalbaar was, dus Timo breidde de zoekopdracht uit en hij vond een
fijn hotel met goede prijs. We zetten
Montpelier in onze navigatie. Je kon daar op twee manieren heen
rijden en het leek me leuk om te starten met een stukje rijden, dan
nog in de ochtend een wandeling te maken en dan verder te rijden.
Daarom installeerde Timo de app AllTrails met wandelpaden. We reden
eerst naar de Walmart om te tanken en de autoruit schoon te maken, daarna kochten bananen en een broodje en vervolgens
vertrokken we. Eerste stop:
Fall Creek Falls, een waterval waarbij
je ook kunt zwemmen. Het was een klein stukje over een gravelweg en
de waterval was prachtig. Er kwam een meisje naar boven geklommen in
een zwempak, maar het was (volgens mij) niet warm genoeg om te gaan
zwemmen en we vonden ook de klimroute naar beneden niet... Misschien
was het meer iets voor jongeren, bij wie het nog niet opkomt dat je
hier kunt uitglijden, vallen, je pols breken en de vakantie
verpesten. Die gedachte komt misschien gewoon eerder bij 45-jarigen
op... Foto’s
gemaakt, verder gereden.
Ook de ‘markt’ die we tegenkwamen met bizonschedels,
geweien en bont was de moeite waard om wat foto’s van te maken. Wat
ze er verkochten was van discutabele afkomst. Ja,
je mag hier jagen
als je een vergunning hebt en ik kan me voorstellen dat je dan jaagt
om bijvoorbeeld je diepvries vol met elandvlees te stoppen. In
Nederland is er nu ook de vraag
of de wolf moet worden afgeschoten
op plekken waar hij teveel leed veroorzaakt, door vee te doden of
door
kinderen ‘omver te lopen’. In een dichtbevolkt land als dat van
ons is zo’n discussie totaal iets anders dan hier. Ik vroeg me toch
af of het de bedoeling is dat je hier na het jagen de huid of andere
lichaamsdelen op een markt verkoopt. Dat voelt niet goed, terwijl ik
een afgeworpen hertengewei of de schedel van een bizon die op een
natuurlijke manier is overleden wel tof zou vinden om te hebben.
Stel je zo’n bizonkop voor op het plateautje boven onze voordeur:
cool! Maar goed, we hebben niks gekocht en reden door naar een
lunchplek aan het water. Daar zagen we weer van die rare metalen
palen met kettingen eraan: we konden er niet achter komen waar ze
voor waren, tot we op een andere plek het merkje zagen en
het bleken
frisbee-doelen te zijn. Als je lekker wilt frisbeeën, kun je dat
hier doen in wedstrijdverband op een doeltje. Na de lunch reden we
nog over een pas van
het Oregon Trail in het Bridger Teton National
Forest.
Aangekomen in
Montpelier was het half vier en nadat we onze koffers op de kamer
hadden gezet, wilde Timo naar Garden City rijden. Hij had dan al 2
uur gereden en hij ging gewoon nog fris en fruitig
driekwartier erachteraan plakken. Knap hoor! Garden City ligt aan Bear
Lake en hij had daar leuke restaurants gevonden op Tripadvisor. We
kwamen eerst uit bij een supermarkt waar we water
kochten en uiteindelijk reden we naar het Campfire
Grill Restaurant en we waren de eersten in dit restaurant. Leuke
sfeer:
beetje safaritentachtig. Leuke ober, liet Timo 3
biertjes proeven voordat hij er eentje koos, regelde de wifi voor
ons en vertelde over wandelpaden die tof zijn in de omgeving. Fooi
verdiend. We aten lekker (vis voor mij, kip voor hem en twee toetjes!) en hadden een gezellig uur.
Na een late
start (ontbeten om negen uur, vertrokken om half elf) gingen we
eerst een broodje halen bij Subway. Daarna wilde ik graag
even naar het
Butch Cassidy Museum, want
al is hier in de buurt niet zoveel te doen, er is hier een bankroof
geweest en de bank bestaat nog! We reden achter een bus en
parkeerden tegenover het museum. De bus stopte daar ook en… er
kwamen wel twintig 70+-ers uit. Die gingen allemaal naar het
museum van maar zo'n 50m2! Dat was ons te druk.
Om iets voor
twaalven zaten we klaar bij de geiser op het platform. Deze geiser
in Soda Springs is koud, buiten was het warm en er speelden allemaal kinderen onder de
‘fontein’. Het was een gezellige plek. Om 12 uur begonnen ook de
hockeydames in Parijs hun gouden wedstrijd van de Olympische Spelen.
Timo wilde ze graag zien en we hadden de auto geparkeerd in de
schaduw van een boom, dus we keken tot de pauze tussen kwart 2 en
kwart 3. Ik wilde graag zwemmen in
een meer of rivier, dus we reden in de pauze naar een park/marina waar ik
eventueel het water in kon en Timo verder kon kijken. Helaas was
daar geen 5G en het water was niet zo helder als ik hoopte, waarna
we terugreden en op dezelfde parkeerplek het 3e en 4e kwart
van de wedstrijd keken, met daarna de shoot-outs. Na het einde van
de wedstrijd zocht ik via Googlemaps naar een ander meer (bij Henry,
een stuk noordelijker) en daar konden we óók al niet bij het water
komen zonder gravelwegen. Ik werd er moedeloos van. We reden terug naar
het hotel, Timo bleef even op de kamer en ik wandelde naar het begin
van een trail dat geen naam had, om te kijken of dat leuk zou zijn
voor morgen. Toen ik terugkwam bij de kamer had ik mijn pasje niet
meer. Wat raar! Dan moet hij bij mijn telefoon in mijn zak hebben
gezeten en eruit zijn gevallen toen ik een foto maakte van het pad.
Ik teruglopen: ja hoor. Daar lag ie. Nu weet ik ook hoe het kan dat
andere mensen hun pasjes verloren! Hij plakt vast aan je telefoon.
Timo ging nog even naar het zwembad. Ik nam de iPad mee, maar het zwemmen duurde niet lang, want de bui veranderde in onweer en dan ‘mag’ je niet zwemmen. Daarom wachtten we de bui af (deze specifieke hotelkamer was echt zijn geld waard, want we waren er veel langer dan alleen ’s nachts) en liepen naar de Mexicaan zo’n tweehonderd meter verderop. De porties zijn enorm, daar moeten we de volgende keer weer aan denken en samen een halve burrito nemen, maar vandaag aten we dus twee burrito’s. Timo’s bier was Mexicaans en mijn drankje smaakte een beetje naar ananas. Samen liepen we met volle buiken nog een rondje om het National Oregon/California Trail Center (gesloten), we keken een serie die we thuis ook altijd kijken (Chicago Fire) en Timo ging in bad. Ik kon eindelijk dit verhaal af typen en ik verheugde me toen al op een nacht zonder brandalarm en een dag waarop we wél naar een meer zouden gaan en daar wél zouden gaan zwemmen. Morgen staat de reisdag naar Salt Lake City op het programma, maar onderweg stoppen we bij Tony Grove.
Zaterdag 10
augustus
Ja! Een goede
nacht gehad zonder brandalarm. De dagen komen op een eind. We pakten
voor de een-na-laatste keer onze spullen in en reden richting het
zuiden. Onze eindbestemming was Salt Lake City, maar de tussenstop
was Tony Grove: een meer dat door de ober van eergisteren was
beschreven als een fijne ontspannen plek die ook nog eens heel mooi
is. We checkten dus uit bij de Super 8 in Montpelier, haalden een
broodje, tankten en zetten Harry Potter aan. Wat een avonturen beleeft dat
jonk. Af en toe betrapte ik mezelf erop dat ik dacht: 'Accio
tandenborstel!' Er gebeurde niets. Waarschijnlijk ben ik een
dreuzel.
Zondag 11
augustus
Vandaag hadden
we de auto voor het laatst, dus we gingen nog een keer wandelen in
de bergen. We hadden allebei een wandeling uitgekozen in de buurt
(zo’n 40 minuten rijden) en we begonnen met die van mij:
Donut
Falls. Op internet stond dat dit een leuke familiewandeling was en
jeetje, dat hebben we geweten: wat een boel families gingen hier op
zondag wandelen! Er bestaan rugzakken voor ouders waar ze hun kindje
in kunnen meedragen, maar dan heel hoog op de rug, zodat ze
eigenlijk op een tribune zitten. Die rugzakken hebben we heel veel
gezien deze vakantie en ook vandaag weer. Er was trouwens ook een
vader die zijn (heel erg jonge) baby op de buik in een draagzak had,
met één hand een flesje melk gaf en de andere gebruikte om
heen-en-weer te zwiepen zoals je dat doet met je armen, zeker als je
wat kracht moet zetten omdat je naar boven wandelt.
We liepen 2,5
km terug
naar de parkeerplaats en stapten in de auto voor wandeling twee. We
hadden geen officiële lunch gehad en meestal word ik dan
chagrijnig, maar ik had een appel, een muffin, een paar mueslyrepen
met appel-kaneelvulling en lekker veel water bij me, dus ik hield
het wel vol. Er was nog even een file vanwege wegwerkzaamheden, maar
Waze gaf een afslag aan, Timo nam hem en we waren in een halfuur
weer bij de volgende parkeerplaats. Hier was nog een plekje over!
Wat een geluk. Het account van de AllTrails-app werkte nog een paar
dagen en Timo had een eenvoudige wandeling gevonden die Gloria Falls
heette. Beetje raar dat die niet op de borden stond: alleen Red Pine
Trail en White Pine Trail. Er liepen hier overal mensen en er waren
meerdere wandelroutes, dus je kon niet meer gewoon achter de meute
aan lopen. Gelukkig kan Timo goed kaartlezen en hij merkte dat we
onderweg een keertje verkeerd liepen. Hij bracht ons weer op de
goede weg en we kwamen uit bij een schitterende waterval. Echt alsof
hij op de voorkant van brochures van mooie watervallen had kunnen
staan. Salt Lake City heeft natuurlijk een groot zout meer, maar
voor hun drinkwater zijn ze voor 60% afhankelijk van water uit de
Wasatchbergen.
Daarom stond erbij dat je er niet in mocht: je kunt het
verontreinigen met je lichaam en dat is zonde voor de
drinkwatervoorziening. Beetje jammer als het zo heet is, dat je dan
niet kunt afkoelen, maar dat is dan zo.
We zagen hier
weer allemaal leuke eekhoorntjes.
Eenmaal terug
bij de auto gingen we naar het hotel, haalden we de auto leeg, reden
we naar SLC Airport en brachten hem terug. Dat ging eigenlijk
allemaal verrassend gemakkelijk en snel. We vroegen nog waarom we de
hele vakantie met sleutels én reservesleutels allemaal aan één
sleutelbos hadden moeten rondlopen, maar de meneer van Alamo had
daar ook geen antwoord op. Blijkbaar was dat bij iedereen zo, niet
alleen bij ons als foutje.
We belden het
hotel en de shuttlebus kwam ons halen. We liepen naar het Hilton
DoubleTree, gingen lekker eten en bij terugkomst hebben we onze
koffers op nieuw ingepakt. We sloten onze avond af met Harry Potter
en ik droomde ’s nachts dat mijn patronus niet klopte met wat er in
mijn paspoort stond en dat ik dus niet weg mocht van SLC Airport.
Maandag 12
augustus
De laatste dag.
Wat moet ik zeggen? Het was fantastisch en we hebben ontzettend veel
gezien en gedaan. Ik houd van Amerika. Het maakt me niet uit welke
president ze hebben, want daar merk je als toerist in een stad of in
een Nationaal Park toch niks van. Het is hier prachtig, de mensen
zijn aardig en ik ben blij dat ik hier af en toe naar toe kan op
vakantie.
7:00 wakker
12:30
uitchecken
's Middags had Timo al een rondje met de stofzuiger gedaan om spinnenwebjes weg te halen, we hadden samen de koffers uitgepakt, hij had alle elektronica weer aangezet, ik had de was gedaan en hing de eerste ladingen al aan de waslijn. Dat was het voordeel van de warmste dag: het droogde als een tierelier. Woensdag was de tweede reeks gewassen en het eerste deel van dit verslag herschreven. Op zaterdag was het klaar, inclusief foto's. Heb je dit verhaal gelezen, of gewoon de foto's van drie weken Noord-Amerika bekeken? Mail dan voor mijn plezier even naar lucie@luciewebsite.com dat je het verhaal van USA 2024 hebt gelezen en wat je ervan vond! |