Kerstvakantie 2004-2005 gingen mijn vriend
Timo en ik (Lucie) naar Costa Rica. In
tegenstelling tot veel toeristen hebben we geen rondreis
gemaakt. We zijn hoofdzakelijk twee weken lang in Delfin
Amor Eco Lodge gebleven (dit bedrijf bestaat nu niet meer). Vanuit dit
park hebben we wel tours gedaan naar de Rio
Claro, Ajuitas, Caño Island en Corcovado. Allemaal op of
rondom het Peninsula de Osa. Verder zijn we vier dagen
naar Panama gegaan.
Reden van deze reis?
Mijn vriendin Simone werkte in dit
park. Ze was tourleidster bij dolfijnentours.
Ze vertelde over de dieren, hun kenmerken en hun
levensgewoonten. Ik had haar al heel lang niet gezien
en het leek mijn vriend en mij heerlijk om alle kerstrompslomp eens over te
slaan en haar en de dolfijnen (in het heerlijke warme
klimaat) te bezoeken! Het werd onze eerste reis buiten
Europa.
We hebben onze
Martinairtickets in juni al gekocht op
internet. De kosten voor het verblijven in Delfin Amor en
de binnenlandse reis (vlucht, taxi, boot) van San Jose
naar het park zijn ook al van te voren betaald.
Tussendoor betalen we nog de trip naar Panama en de
kosten achteraf zijn dus alleen van de tours waaraan we
meedoen en de maaltijden en drankjes.
Zaterdag 25 december
We vliegen met Martinair via Miami naar San Jose. Deze vlucht vertrekt
om 13.40 uur, dus een heerlijke dagvlucht.
Bovendien heb je eigenlijk geen last van jetlag als je
aankomt.
Bij het inchecken krijgen we een groen formulier;
ontheffing voor visumverplichting. Deze moet in het
vliegtuig ingevuld worden en in Miami weer afgegeven bij
de douane. De harde verhalen over de douane in Miami
zorgen voor een licht timide gevoel, maar iedereen is
heel vriendelijk. Gelukkig hoeven we onze bagage niet
zelf naar een ander vliegtuig te verplaatsen. Dat wordt
allemaal geregeld door de luchthaven.
Zo gauw het kleinere vliegtuig dat ons naar San Jose gaat
brengen wil opstijgen, krijgt een passagier een
allergische aanval. Ze gaat hyperventileren en het
vliegtuig wacht tot ze onderzocht is door een arts en
weer mag plaatsnemen in het vliegtuig.
Het is inmiddels best laat, dus ik val in slaap en ik mis
het opstijgen van het vliegtuig. Helemaal niet erg, want
ik heb reisziekte. Tijdens de vlucht word ik
weer wakker en door het raampje zie ik onweer in de
verte. Gelukkig vliegen we alleen door wat lichte
bewolking, de turbulentie blijft minimaal.
Bij de douane in San Jose Airport staan we duidelijk in
de verkeerde rij. Het duurt nogal lang voordat we bij de
bagageband zijn. Deze is inmiddels leeg, en onze koffers
staan naast de band. Er zit een man in uniform bovenop,
hij bewaakt de boel! Ja, de koffers zijn van ons, en ja,
we willen graag een taxi. Ik heb via internet een kamer
geboekt in
hotel Pacande in Alajuela.
We worden naar een oranje taxi geleid en de man van het
vliegveld legt de taxichauffeur uit waar we moeten zijn.
Jammer genoeg spreken wij geen Spaans en de chauffeur
geen Engels. Het blijft bij glimlachen en een welgemeend
gracias.
Alajuela is een stadje net naast het vliegveld, zodat we
niet helemaal naar het centrum van San Jose gebracht
hoeven worden. Bovendien moeten we morgenvroeg al weer om
8 uur aanwezig zijn op het dichtbij gelegen vliegveldje
Tobias Bolaños oftewel Pavas Airport. Hier vertrekt dan
onze binnenlandse vlucht naar Drake Bay.
Het Pacande hotel is niet overdreven luxe, maar de kamer
is groot, schoon en netjes. Er wordt Engels gesproken en
de kosten vallen mee: $ 35 voor een tweepersoons kamer
met ontbijt. Taxirit vanaf San Jose inbegrepen.
Zondag 26 december
Tweede Kerstdag kennen ze hier niet.
Het is gewoon zondag.
s Ochtends word ik zonder wekker wakker van vreemde
vogelgeluiden, zonlicht en een licht gespannen gevoel.
Vandaag ga ik in een klein vliegtuigje... zal mijn maag
zich gedragen?
Na een douche en een ontbijt vertrekken we met een
chauffeur in een auto van het hotel naar Pavas Airport.
Het is ongeveer een kwartier rijden en kost $ 13. We zijn
veel te vroeg, want ik had de Engels sprekende jongeman
verkeerd verstaan. Niet 40 minuten rijden, maar 14. Het
vliegveld is heerlijk koel door airconditioning en we kunnen onze
bagage alvast afgeven. Onze vlucht wordt verzorgd door
Nature-Air.
Deze vlucht is geregeld door Delfin Amor.
Er staat een stevige wind en dat realiseer ik me pas
wanneer we in het stilstaande vliegtuig zitten. De
vleugels bewegen nu al! Het wordt een redelijke vlucht,
langs de kust. Ik ben misselijk, maar toch is het
schitterend om te zien: de stranden en de palmen! De
landing is ondanks de wind behoorlijk rustig. Eenmaal uit
het vliegtuig merken we pas dat de landingsbaan van
grind is! Mijn maag herstelt zich, dat hebben we
gehad.
De taxi is dit keer een oranje terreinwagen met een
bagagerek op het dak. Hup, koffers erop en gáán. Onderweg
voelen we ons echte wereldreizigers. Deze rit gaat over
kleine weggetjes (het heeft net geregend, dus iedere kuil is
een plas geworden) door beekjes en zelfs een riviertje.
Langs afgronden, over bruggetjes van twee planken die
nauwelijks breder zijn dan een autoband. Het is spannend
en heerlijk.
De taxi stopt bij een strandje en als er Delfin Amor! wordt geroepen, weten we dat wij eruit
moeten. Schoenen uit, broek oprollen, lekker met je
voeten in warm water en dan de boot in. Drie
personeelsleden van Delfin Amor wachten op ons.
Eduardo doet het woord en heet ons van harte welkom. De mannen
brengen ons over de baai naar het strand van het park.
Wonderlijk is dat ik geen last van zeeziekte heb, zolang
de boot beweegt.
De stroom indrukken die je onderweg opdoet is
overweldigend. De geuren, de geluiden, de planten, de zee
(die ECHT heel blauw is), de palmbomen... alles is alsof
je droomt.
Op het strand worden we opgewacht door Beverly. Zij is
een hostess bij Delfin Amor. Ze brengt ons naar het
centrale punt op het park: het restaurant. Het is een
gebouw zonder muren, het dak rust op palen. Alles is heel
open en natuurlijk. Hier krijg je ontbijt, lunch en
diner. Allemaal vegetarisch en vis, maar een enkele keer
kip.
Beverly vertelt ons over het pad naar het noorden leidt
naar het nabij gelegen dorpje Ajuitas (hier is Francis
Drake aan land gegaan) een uur lopen. Het zuidelijke pad
leidt naar de rivier Rio Claro, een toeristische plek
vanwege helder zoetwater en een schitterende waterval.
Dit is ook ongeveer een uur lopen.
We krijgen een rondleiding over het park. Er zijn 6 huisjes
(cabinas) voor toeristen. Deze zijn
voorzien van toilet en douche. Voor kampeerders is er een
ruimte met douches en toiletten naast de wasruimte. Het
valt meteen op dat alles heel schoon is. Dan zijn er nog
de cabinas van personeelsleden en een ontspanningsruimte
genaamd Harmony Room.
Onze tent mag op de kampeerplek bij het strand worden
neergezet, maar dat is redelijk ver van de toiletten en
douches. Vandaar dat Eduardo een plek zoekt in de
tuin. Dit is naast de cabinas van het
personeel. Voelt lekker veilig. Doen we.
In een mum van tijd staat ons iglotentje rechtop en
ondertussen merken we dat dit echt een andere temperatuur
is dan we tot nu toe gewend waren. Pfoe, dat is zweten
zeg!
Eindelijk kunnen onze koffers in de tent en lekker de
korte broek aan. Inmiddels is het lunchtijd! Iedere
maaltijd is geweldig (op een of andere manier smaakt
alles beter) maar de lunch is wel heel lekker. In
Nederland zijn we gewend om op ons werk een paar
boterhammen te eten, maar hier krijgen we s middags
óók warm eten! Eerst soep of salade, daarna een
heerlijk hoofdgerecht (pasta, quiche, vis,
aardappel-groentemix, etc).
Tenslotte nog een dessert.
We zitten bij de lunch aan tafel bij de familie Coffey.
Een ontzettend gezellig en humoristisch gezin waarmee we
veel zijn opgetrokken tot oudjaar. Ik zie er ontzettend
naar uit om Simone te zien, maar ik houd deze lunch in
gedachte als het moment waarop ik al besefte dat het
zonder haar ook ontzettend gaaf geweest zou zijn.
Simone moest die dag werken; haar dolfijnentour stopt
s middags om een uur of drie. Als ze aankomt op het
strand lijkt het allemaal onwerkelijk. Ik ben in een
tropisch land met palmbomen boven me, Timo naast me en
Simone tegenover me. Ik droom niet!
Tijdens het diner begint het ineens heel hard te regenen.
Dit is zeer ongebruikelijk voor de tijd van het jaar. De
nasleep van het natte seizoen (dit wordt winter of groen
seizoen genoemd) duurt wat langer dan gebruikelijk. We
worden gewaarschuwd dat zelfs goede tenten hier vaak niet
tegen bestand zijn. Iemand van het personeel had een
groot stuk plastic bij onze tent gelegd. Ah! Dat was dus
daarvoor. We bedekken de tent in het donker, terwijl we
tot op het ondergoed doorweekt raken. Warme regen is lang
zo erg niet.
Na het diner worden filmpjes getoond van de BBC en
National Geographic waarin de omgeving van Delfin Amor en
de eigenaresse Sierra uitgebreid aan bod komen.
Na het filmpje zijn we moe en voldaan, dus we gaan
naar onze tent. Het is nog geen half negen...
Maandag 27 december
Onze eerste tour is gepland. We gaan snorkelen bij Caño
Island, samen met de Coffey familie, onze gids Roy en
twee heren die tijdens ons snorkelavontuur op de boot
blijven. Het is ontzettend helder water, we zien
schitterende koralen, alle soorten vissen die in
Nederland alleen in aquaria te zien zijn, een schildpad
en zelfs een babyhaai!
Het regent vandaag weer, wat er voor zorgt dat scholen
met babykwalletjes (zo groot als een speldenknopje) aan
het wateroppervlak zwemmen. Ze zijn amper te zien, maar
ze prikken je overal. Het voelt als kleine
speldenprikjes, dus behoorlijk irritant.
Eenmaal op de boot richting het strand, krijg ik een
homeopathisch middeltje tegen insectenbeten en andere jeuk
van mevrouw Coffey. Het heet Apis Mel en het werkt binnen
10 minuten. Dat scheelt! Op het strand maakt Roy een
lunch klaar, terwijl wij een uurtje vrij krijgen. Timo
gaat het pad naar boven verkennen, ik blijf lekker op het
strand. Na de lunch gaan we weer snorkelen. Het wordt
langzaam vloed, dus we zien wat minder vissen, maar op de
terugweg zien we wel een dolfijn die eventjes mee zwemt
in de golfslag van de boot.
Dinsdag 28 december.
Vandaag lopen we naar de Rio Claro. We hebben gehoord dat
het daar schitterend is. Er stroomt een zeer heldere
rivier in de zee, maar je kan ook een bootje huren ($
4pp) en daarmee de rivier op roeien, zodat je een waterval
ziet. Dat doen we!
De weg ernaartoe is al een belevenis op zich. We lopen
naar het zuiden, met het strand steeds in de buurt.
Onderweg zien we de mooiste planten, vogels, vlinders en
honderden hagedisjes. Timo spot zelfs een slang tussen de
bladeren! De parasolmieren laten zich niet zo makkelijk
fotograferen, maar de kleine stroompjes met
miniwatervallen zijn heel fotogeniek.
Zon wandeling is best warm en bij de Rio Claro
kunnen we lekker even zwemmen in koel zoet water! We
wachten op de terugkomst van een bootje, zodat we de
rivier op kunnen. We roeien in een omgeving die lijkt op
een sprookje. We zien twee kleine watervalletjes en varen
tot we niet verder kunnen vanwege rotsen in het water. Op
de terugweg zien we een aantal bootjes vastgelegd bij een
klein watervalletje. Er komen mensen van een rots
geklauterd. We wachten even en als alle bootjes weg zijn,
klimmen we zelf naar boven. WAUW! Een supermooie waterval
dondert in een klein poeltje. Fotos!
Heerlijk afgekoeld kunnen we aan de terugwandeling beginnen. Het miezert
een beetje, maar dat is wel lekker fris. Bij het diner worden we iedere
avond aan een andere tafel gezet. Het is een komen en gaan van gasten,
dus er is altijd wel iets te kletsen. De meeste gasten komen uit de VS,
Canada of Engeland. Het is prettig om Engels te kunnen spreken, dat zou
heel anders zijn bij Spaans-sprekende gasten.
Woensdag 29 december
Lekker niets vandaag! Na het ontbijt ga ik in de
Harmony Room zitten om een verslagje te maken, muziek te
luisteren en een boek te lezen. Mijn sandalen hebben
zolen van stof (nooit doen) en zijn al drie dagen nat.
Hierdoor worden mijn voeten steeds weker en pijnlijker.
Jerry is de technische man van dit park. Hij hoort over
mijn natte sandalen en laat zien hoe ik ze bij de
generator kan drogen. Heerlijk om eindelijk weer droge
schoenen aan te kunnen! Tegen de middag halen we het
plastic van de tent. Het is een stralende dag!
Timo gaat s middags snorkelen rondom de rotsen van
het strand. Ik blijf lekker in de Harmony Rroom liggen en
doe helemaal niks. Ik geniet.
Als we s avonds om een uur of negen in onze tent
liggen, begint er ineens iets vreselijk te stinken! Het
is een onbeschrijfelijk penetrante lucht. Je kunt bijna
niet normaal ademhalen van de ammoniak die je longen
dichtknijpt. We denken aan van alles: een rotte vrucht die
van een boom kapot is gevallen of een tropische plant
die s nachts bloeit en stinkt om nachtvlinders te
lokken? Na een tijdje houd ik het niet meer uit en ga om
de tent heen kijken naar de oorzaak. Die is niet te
vinden dus klop ik aan bij een cabina tegenover de tent waar
personeel woont. De televisie is nog aan, dus ik neem aan
dat er nog iemand wakker is.
In mijn beste Spaans: Quel odeur, a qui? (ik
weet zelf niet wat ik gezegd heb). Herman zegt me dat het
een animal is. Ah, een stinkdier
waarschijnlijk.
De stank duurt nog de hele nacht, maar na een poosje
wordt het draaglijk en vallen we toch in slaap.
Donderdag 30 december
Ajuitas staat op het programma! Deze wandeling is ook te
maken zonder gids; gewoon het pad naar het noorden
volgen, langs het strand. Het lijkt ons niet zo moeilijk,
maar we lopen toch een keer verkeerd, door teveel het
strand aan te houden. Het is een prachtige route. Ik zie
voor het eerst een hangbrug en ik moet erover! Bij dit gedeelte
van de baai zijn nog veel meer toeristenparkjes. We
willen voor de lunch terug zijn, dus we lopen even naar
de supermarkt om water te kopen en sigaretten voor één
van de gasten die vandaag een dolfijnentour doet.
De middag is weer vrij. Ik installeer me in de
Harmony Room met fototoestel, want ik wil een kolibrie op de
foto zetten. Het lukt me wel, maar de blauwe is heel
moeilijk terug te vinden in het kleine schermpje op de
digitale camera. Na een kwartier doodstil op een stoel
bij de struik te staan, komt er een bruinrode kolibrie bij de
bloemenstruik. Ik maak lukraak foto’s van waar ik hem zie.
Na het diner nemen we afscheid van de Coffey-familie. Ze
vertrekken morgenvroeg. Dat is wel jammer, want zij waren
de leukste mensen die we ontmoet hebben. Maar wie weet
komen er nog meer gezellige gasten!
We gaan vroeg naar bed (20.00h) want morgen moeten we
vroeg weg.
Vrijdag 31 december
Om 6.30 uur vertrekt onze boot richting Corcovado
National Park. Er gaan veel mensen mee, dus de groep
wordt in tweeën verdeeld. Roy wordt onze gids. De andere
gids Manuel heeft een telescoop bij zich, waarmee hij het
verste dier nog dichtbij haalt. En je kunt erdoor
fotograferen! We zien een babystekelvarken in een boom,
we zien een groep slingerapen die hoog boven ons door de
bomen gaan. Op dat moment gaan de batterijen van onze
camera leeg! We zetten de camera uit en genieten van de
omgeving. Meestal laden deze batterijen zich vanzelf weer
een beetje op en daar hoop ik op want er is een luiaard
gezien in de buurt. Ik wil dolgraag zon beest zien
en op de foto zetten! Daar is de luiaard... hij glimlacht!
We hebben erg veel plezier met Andrew en Laura uit
Londen, supergrappig zijn ze.
Om 17:00 uur Costa Ricaanse tijd is het Nieuwjaar in
Nederland! Gelukkig Nieuwjaar!
Die avond is er een feestje voor oud en nieuw. Ik ga eerst slapen tot ik
om 23.10 wakker gemaakt wordt door Timo. Er wordt naar ons gevraagd;
slaapkoppen dat we zijn. Het is heel bijzonder om in je zomerkleren op
het strand het nieuwe jaar te vieren. Er is supermooi vuurwerk!
|
Zaterdag 1 januari 2005
De eerste dag van het nieuwe jaar begint goed: we gaan
dolfijnen kijken! Eindelijk zien we Simone in haar
werkomgeving. We gaan met veel mensen, dus er zijn twee
boten, die radiocontact kunnen houden. Ik wil niet weer
geprikt worden door al die kleine kwalletjes, dus ik
kleed me goed aan. Ik draag een shirt met lange mouwen en
een lange broek. We varen een heel stuk uit de kust, nog
voorbij Caño Island. Hier zien we een klein groepje
snaveldolfijnen. Ze zijn iets anders van vorm dan de
bekende dolfijn, hun kop is meer puntvormig dan het
bobbelhoofd dat de tuimelaars hebben. Snaveldolfijnen zijn
nogal zeldzaam in de wereld, maar hier in de baai zwemmen
er behoorlijk wat.
Deze dolfijnen hebben niet echt zin om te spelen, dus we
dobberen wat rond met de boot en af en toe varen we ze
een stukje achterna. Ik word hartstikke naar van dat
dobberen. Toch heb ik alle voorzorgsmaatregelen genomen:
medicijnen, speciale polsbandjes, oordopje in
linkeroor... het werkt allemaal niet genoeg, maar
misschien was ik zonder wel nog zieker geweest. Tijdens
de lunch wordt het bijna te veel. Ik mag van Simone het
water in; waarschijnlijk helpt dat. Een Nieuwjaarsduik
in Nederland voelt heel anders! Terwijl ik in
het water lig, dobberend op een boei die vast zit aan de
boot, voel ik me langzaam beter.
We varen verder en door radiocontact te houden met
andere boten, horen we dat zij in een groep van wel 200
tuimelaars varen! Dit zijn de
flipperdolfijnen. We varen erheen en óveral waar je
kijkt zie je vinnen uit het water opsteken. Het zijn er
echt veel!
We proberen de springende dolfijnen op de foto te zetten,
maar ze komen steeds op een onverwachte plek boven en de
camera heeft een vertraging in het maken van de
fotos. Timo zit inmiddels bovenop de boot en maakt
zelfs kleine filmpjes. Het is ongelofelijk allemaal. Als
de boot stopt met varen, merken we dat de dolfijnen een
cirkel vormen van ongeveer tot 10 á 20 meter van de boot
af. We mogen het water in! Er wordt advies gegeven om
vooral zo rustig mogelijk in het water te zakken, want
van plonsen houden dolfijnen niet. Bovendien kan het
helpen om geluidjes te maken, zoals neuriën of klikken.
Dit trekt soms dolfijnen aan. Als ik het water in ga, zie
ik direct een dolfijn onder me door zwemmen. Heel diep,
heel ver weg. Dat is de enige die ik onder water zie, als
je boven water kijkt, zie je in de verte een grotere
cirkel: wel 70 tot 100 meter van je vandaan zijn alle
vinnen.
Het is jammer dat ik maar een dolfijn heb gezien onder
water, maar het geluid dat je hoort is bijna net zo
bijzonder. Het lijkt op een soort kwetterend liedje, dat
steeds nieuwe melodieën krijgt. Boven water is het
geluid misschien wel net zo bijzonder, iedereen maakt
geluidjes door zijn snorkel heen. Hoog zingen, klik
geluiden maken, neuriën: het klinkt geweldig! Dit is een
heel bijzondere dag.
Ik heb mijn kleren aangehouden en dat is de reden
dat ik niet verbrand door de zon! Bijna iedereen komt
knalrood terug op het strand, ik heb alleen mijn polsen
verbrand, waar het shirt niet overheen ging.
Zondag 2 januari
Simone heeft een visum voor Costa Rica, dat eens per drie maanden
vernieuwd moet worden. Dit kan door het land 72 uur te verlaten.
Makkelijkst is dan om naar Panama te reizen. En wij mogen dit keer mee.
s Ochtends vroeg nemen we de boot naar Sierpe. De
rivier hier naar toe is lang, breed en kronkelend,
vandaar dat de kapitein besluit om een stuk af te korten
door de mangroven. WAUW dit is fantastisch! We zijn
beiden erg fan van het televisieprogramma Expeditie
Robinson, dus om nu eindelijk mangroven in het echt te
zien is prachtig.
In Sierpe nemen we een taxi naar Palmar Norte, waar we
een bus nemen naar de Panamese grens. De bus is groot en
luxe. Voor een rit van ongeveer een uur betalen we met
zijn drieën iets meer dan 6 dollar. Bij de Costa
Ricaanse douane moeten we ons eerst uitschrijven, voor we
ons inschrijven bij de Panamese douane. Dit alles gebeurt
om ongeveer 12 uur s middags, we moeten dus
onthouden dat we niet te vroeg hier zijn over 2 dagen. Ze
zijn nogal strikt op die 72 uur namelijk. Verder zijn we
weer een tijdzone doorkruist, het is in Panama een uur
vroeger.
We nemen een bus (die óveral stopt) naar de stad David.
Hier weet Simone een hotel met redelijke prijzen en
airconditioning. Dat hebben we wel nodig. Hier is geen
frisse zeebries meer, dus we merken veel meer van de
hitte.
Het hotel ligt lekker centraal.
Dicht bij de winkelstraten, er is een bank in de buurt, er is een
restaurant direct naast en daarnaast is een internetcafé. Meteen ‘s
middags gaan Simone en ik winkelen, want op zondag zijn hier gewoon ook
winkels open. Timo vermaakt zich, hij kan
lekker drie uur internetten voor $1.
We eten heerlijk in het restaurantje naast het hotel en
blijven nogal lang natafelen. Ons ritme zit al een tijdje
op 6 uur opstaan, 21 uur naar bed. Maar hier gaan we pas
om 22.45 slapen! Toch slaapt een luchtbed ook niet zo
slecht; hier moet ik om de lakens vechten, terwijl ik
mijn eigen slaapzak heb in ons tentje in Delfin Amor.
Maandag 3 januari
We gaan eerst naar de bank om onze travellercheques in te
wisselen voor dollars.
Verder heeft Simone een vraag aan een arts, dus zoeken we
een kliniek waar de artsen Engels spreken. Dit zoeken is
nogal een gedoe, want er zijn meerdere ziekenhuizen in
David. Maar de taxiritjes kosten $1,50 voor drie personen,
dus we vinden het niet erg om een beetje rond te rijden
tot we een geschikte dokter gevonden hebben.
Die middag gaan Simone en ik weer lekker winkelen, want vooral
kleding is hier heel goedkoop ten opzichte van Nederland
en Timo gaat weer internetten. Om zes uur 's avonds krijg ik toch
wel pijnlijke voeten en ga ik terug naar het hotel.
Dinsdag 4 januari
David is een leuke stad, maar er is meer te zien in
Panama. We gaan naar de dichtstbijzijnde vulkaan! De
omgeving van de vulkaan is een Nationaal Park, dus
waarschijnlijk is de trip er naar toe al wel de moeite
waard. De bus rijdt ons naar Volcan, een klein plaatsje
met een megasupermarkt. We gaan het kantoortje van een
locale gids binnen. Hier krijgen we informatie over trips
naar de vulkaan en het natuurpark er omheen (hot springs,
schitterende watervallen). Maar al deze trips duren
minstens een middag, liefst een dag. Dat gaat ons niet
lukken, want het is al middag en we willen morgen weer terug
naar Costa Rica.
Maar dit is toch niet waar we voor zijn gekomen, want we
willen verder naar boven! Het laatste plaatsje aan deze
weg volgens de kaart is Cerro Punta. Daar gaan we heen.
Zijn we toch nog wat dichterbij de vulkaan. Onderweg zien
we schitterende overgangen in de omgeving, vooral in de planten. Eerst van tropisch naar
subtropisch, dan naar bijna Europees groen. Veel klimop en
schitterende uitzichten. De vulkaan is in nevel gehuld, net als alles eromheen trouwens. Hier zijn de echte
nevelwouden en dit is een neveldorpje! Hier is wel een
hotelletje, maar toch is het niet helemaal wat we
zochten. We huren een huisje naast een behoorlijk ruig
riviertje. Het is hier fris (binnen 16 graden) en we
hebben geen dikkere kleding bij ons. We koken zelf, we
slapen laat, we staan vroeg weer op.
Woensdag 5 januari
De douche is een
uitdaging voor ons allen: hij moet precíes goed staan,
dan is ie lekker warm. De koelkast blijkt een ijskast te
zijn: terwijl we brood toasten, wordt het sap langzaam
ontdooid. Ik kijk nu al uit naar het diner van vanavond
in Delfin Amor...
We nemen een vroege bus naar de grens, maar vanwege het
tijdverschil zijn we nu wel heel vroeg. Even winkelen dan
maar (grijns). Vervolgens nieuwe stempels en stickers
vanwege het uitschrijven bij de Panamese grens en het
inschrijven bij de Costa Ricaanse. Dan de bus weer terug
naar Sierpe, waar een taxiboot klaarstaat.
De tocht op de heenweg naar Sierpe was blijkbaar uitzonderlijk rustig
geweest. De rivier stroomt in de zee, waardoor bij hoger
of lager water behoorlijk hoge golven kunnen ontstaan.
Dit is nu het geval. De rivier staat laag en de zee is
iets hoger en de golven zijn enorm! Nou ja, in mijn ogen
dan. De locals vinden het hoog, maar niet zo extreem als
ik. De kapitein heeft bepaalde manieren om deze golven te
weerstaan met zijn kleine bootje. Hij vaart heen en weer
in een soort 8-vorm, waardoor hij om de
golven heen vaart. Wat een vakmanschap! Blij dat ik
ongedeerd aankom op het strand van Delfin Amor.
Donderdag 6 januari
Vandaag is het warm. Naar mijn mening té warm. Lekker
koud douchen helpt om wakker te worden en koelt af.
s Ochtends klimmen Timo en ik wat over de rotsen
langs het strand. Grote krabben wonen hier zeg! Tegen de
lunch gaan we terug. Ik douche me nog keer, want na een
koude douche ben ik weer een paar uur koeler. We doen de
hele middag weinig tot niets. Ik hang wat in de Harmony Room, ik ga af en toe eens een beetje in de zee, ik lig
op een matje te slapen... Ik rust, ik geniet, ik heb
vakantie...
Vrijdag 7 januari
Weer warm. Timo gaat mee met een dolfijnentour. Ik heb
besloten om niet te gaan. Wel jammer want het was
ontzettend gaaf, maar ik herinner me nog goed hoe rot ik
me voelde op zee. Ik blijf me voorhouden dat één keer
dolfijnen zien echt wel genoeg is, want wie weet hoe ruw
de golven midden op zee vandaag zijn? Daarom zwaai ik
Simone en Timo (en de rest van de gasten) uit, ik loop
naar het strand en ik doe de rest van de dag weer bijna
niets! Slapen, muziek luisteren, liggen, slapen,
heerlijk.
s Middags om een uur of drie komt de tour terug. Timo
houdt het verslag kort en bondig. Het was leuk, maar
jammer dat ik er niet bij was. Ben wel blij met dit
verhaal, het was een goede keuze om niet mee te gaan.
Tijdens het diner hoor ik een heel andere versie: ze
hebben wel 700 dolfijnen gezien! De meesten waren moeders
met kindjes en ze waren superspeels! Het water was heel
rustig en kalm. De dolfijnen waren overal en ze
sprongen de hele tijd hoog uit het water! Ineens besef ik
dat Timo heeft geprobeerd om me te sparen, met zijn saaie
verslag van deze dag. Wat lief!
De avonden worden wat langer voor ons, we blijven langer
wakker. Na het eten is het namelijk gezellig natafelen
met de andere gasten. Het is grappig hoe mensen die
voorheen elkaar niet kenden (en zelfs op een ander
continent wonen) dezelfde soort humor kunnen hebben. Heel bijzonder hoe ze op elkaar ingespeeld kunnen zijn.
Zaterdag 8 januari
Simone heeft overdag vrij en het is onze laatste dag
hier! Ze gaat eerst met Vladimir, die jarig is, lekker uitslapen, maar daarna kunnen
we samen wel wat leuks gaan doen. Ik vermaak me wel in de Harmony Room. Nooit geweten dat ik zoveel tijd kon
besteden aan niets doen.
s Middags lopen we naar een paar stranden verderop.
Hier zijn de golven heel hoog. Het is er zo mooi! Maar ik
houd niet zo van die grote golven, dus nadat ik een keer
omgegooid ben, ga ik lekker op het strand liggen. Timo en
Simone vermaken zich wel; onder de golf door, over de
golf heen... ook leuk.
Het avondeten is weer heerlijk, bovendien hebben Simone
en ik allebei een nieuw Panamees jurkje aan! Als laatste
avond moet dit toch wel een beetje speciaal zijn. We
zitten nog lekker lang na te tafelen en nemen ondertussen
afscheid van de gasten die gaan slapen. Beetje
melancholisch praten we tot ik bijna zittend in slaap
val. Dan zetten we onze wekker op iets voor 6 uur en we
gaan slapen. De laatste nacht in een tent op een
luchtbed!
Zondag 9 januari
De boot vertrekt om half negen. Van te voren moet dus
alles gepakt zijn. De tent geven we aan Simone. Het is
een oud versleten ding van mijn zus en zij wil hem niet
terug. Dat scheelt gewicht in onze koffers! Na het
ontbijt vertrekt de dolfijnenboot van Simone eerder dan
de onze. Afscheid nemen is zwaar. Wie weet hoe lang het
duurt voor we elkaar weer zien? We rekenen af met Eduardo
en hij neemt ons mee naar de boot. Hier eindigt onze
vakantie in Delfin Amor. De terugvaart is net zo
schitterend, maar minder nieuw. De oranje terreinwagen
staat weer klaar en we weten inmiddels hoe ruw de weg
naar de landingsbaan is. Het vliegtuigje stijgt op en ik
herinner me hoe ziek ik word van kleine vliegtuigjes.....
Daag Costa Rica.
Daag Simone.
Tot gauw.
Algemene informatie Costa Rica
Plattegrond Costa Rica
CostaRica.pagina.nl
Vond je dit een
leuk verslag? Vergeet
dan niet om een berichtje
achter te laten in mijn
gastenboek.
Zet er even bij
welk verslag je hebt gelezen.
|